(REISVERHAAL DEEL 2) In 2014 reisden we 4 weken zelfstandig door Madagaskar, samen met Kees en Yvon. In het eerste deel van ons reisverhaal lees je over de eerste twee weken van onze reis. We vertrokken met 2 oude jeeps vanuit Antananarivo naar het Zuiden. In het regenwoud van Ranomafana zagen we onze eerste lemuren, in Isalo genoten we van de uitzichten in de rode Colorado van Madagaskar en in Morondava schrokken we van de lokale visvangst. We kregen een verontrustend bericht over overvallen op de route naar Bekopaka, maar we besloten om toch door te reizen. In dit tweede deel van ons reisverhaal lees je wat dat ons bracht en hoe Piet Parasiet ons parten speelde. In de laatste twee weken van onze reis reden we van het warme westen naar het regenachtige oosten en zagen schitterende landschappen en bijzondere dieren. Laat je meenemen door ons reisverhaal en route door Madagaskar.
Met Imodium naar het Kirindy National Forest
Yvon en ik voelen ons allebei niet zo fief. De nacht is een drama, ik loop aan alle kanten leeg. God, wat voel ik me beroerd! De volgende ochtend blijkt Yvon hetzelfde probleem te hebben. Oorzaak is vast het slechte eten bij Baobab: ballentent! Regelmatig is onze ontlasting onderwerp van gesprek tijdens deze reis. We schamen ons nergens meer voor. Je moet elkaars gezondheid toch een beetje in de gaten houden! Vandaag voert dit smakeloze onderwerp echter wel de boventoon. Imodium is mijn beste vriend!
Maar we reizen gewoon verder, bikkels als we zijn. Om 7 uur trekken we verder naar Kirindy National Forest. Onderweg rijden we langs de beroemde Allée des Baobabs. De zon staat nu echter te hoog, dus op de terugweg pikken we hem nog een keer mee met zonsondergang. We komen rond lunchtijd aan in het basiskamp van Kirindy. We nemen de bungalows. Haha, je lacht je echt dood! De wc-pot is bruin van binnen en de bril ligt op half elf. Er is een soort van douche en het bed is zover doorgezakt dat het op een hangmat lijkt. We slapen er natuurlijk niet alleen. Drie grote spinnen, 2 gekko’s en een kikker bewaken ons vannacht. Eric neemt een kijkje in de keuken: we eten allemaal vegetarisch, wel zo veilig!
Maar wat is het geweldig wat we hier te zien krijgen! Vooral tijdens de avondwandeling. We zien de meest bijzondere en kleinste lemuren. En prachtige kameleons. Onze gids heeft echt haviksogen! We zien de grey mouse lemur, de pygmy mouse lemur, de sportiv lemur en madame Bertha. De gids is zelf ook erg enthousiast over zijn vondsten. Helaas komen we de fossa nog niet tegen. We hebben dus nog wat te wensen!
Overnachting: Kirindy ecolodge (Kirindy)
Een uitdagende route naar Bekopaka
Vanuit Kirindy gaan er nog 2 auto’s naar Bekopaka. Het verhaal over de overvallen is bij niemand bekend, maar helemaal gerust zijn we ook niet. We gaan in colonne, dat is altijd veiliger. Na een uurtje crossen zijn we in Belo. De andere chauffeurs rijden flink door! De weg is slecht en we vliegen alle kanten op. In Belo moeten we met een pont de rivier over. Er kunnen 5 auto’s op. Pfff. Dat is een spannende exercitie!! Ik krijg er spontaan buikkramp van.
Je moet eerst van de schuine zandkade naar beneden rijden. Dan is het de bedoeling dat je op aanwijzingen van de bootman over 2 stalen rijplaten de pont op rijdt. De pont bestaat uit 2 grote kano’s die met een houten vlonder aan elkaar zijn verbonden. De aandrijving gebeurt met 2 motoren. Heel voorzichtig rollen Kees en Eric naar beneden. De bootman staat druk te gebaren. Beetje naar links, beetje naar rechts. Nog wat bijdraaien. Het past allemaal maar net. Yvon en ik ademen pas weer als beide mannen ‘veilig’ op de pont staan, voor een “cruise” van 45 min. Als we aankomen aan de andere kant is het vanzelfsprekend ook weer een uitdaging om aan de kant te komen.
We hebben nog een uur of vier voor de boeg, voordat we in Bekopaka aankomen. De tocht is pittig en vooral stoffig. De ramen moeten open anders ga je kapot van de hitte. Dus alles zit onder het stof. Wat zijn we goor als we aankomen! Maar voordat we naar ons mooie hotel kunnen, moeten we nog een pontje doen.
Ach, nee toch! De pont stopt op een paar meter van de kant. Daar worden de rijplaten uitgeschoven. Ze zijn iets breder dit keer, maar we moeten nu eerst een stuk door de rivier rijden, om vervolgens de pont op te kruipen. We pakken water met de achterkant van de tractor, maar onze spullen blijven droog. Er passen 3 voertuigen op. (En heel veel mensen.) Het is een beetje onduidelijk hoeveel we moeten betalen en ze laten ons het dubbele tarief betalen. Dat is voor heen en terug. Maar we krijgen geen tickets. Nou ja, we zien het wel op de terugweg. We zijn al lang blij als we veilig aan de overkant aankomen!
Piet Parasiet is in the house
Als we aankomen in Bekopaka voel ik me niet zo lekker. Dat gekluts in de auto is niet goed geweest voor Piet Parasiet in mijn darmen. Ik ga even liggen en de thermometer geeft 39 graden aan. Effe rustig aan dus. Mijn reisgenoten missen mijn vlotte Franse babbel 😉 bij het eten. Ze doen een poging om gekookte rijst voor mij te regelen, maar krijgen een kan gekookt water. Ook lekker.
De volgende dag blijven we bij het hotel. De mannen kunnen uitrusten van de barre tocht en de vrouwen kunnen hun opstandige darmen wat rust geven. Volgens Yvon hebben we last van kanariepiet parasiet, want zijn productie is kanariegeel! Het hotel heeft gelukkig een prachtig uitzicht en een heerlijk zwembad. En ook heerlijk eten, maar de dames eten nu niet zo veel…
Overnachting: Hotel Le Soleil des Tsingy (Bekopaka)
Tsingy de Bemaraha National Park
Kees en Yvon zijn vandaag 21 jaar getrouwd. We gaan er maar eens een mooie dag van maken! De grote Tsingy de Bemaraha staat op het programma. Met een gids gaan we het park in en we krijgen een klimgordel aan. Het is moeilijk te omschrijven hoe de Tsingy er uit ziet. Het is een karstgebergte, met grijze, scherpe punten. We klimmen en klauteren er tussendoor. Ik moet mijn hoogtevrees soms overwinnen, maar ik wil het zo vreselijk graag zien allemaal, dat ik af en toe flink op mijn tanden bijt. De gammele hangbrug valt gelukkig best mee. Het uitzicht is weer fenomenaal!
Na onze wandeling van 4 uur, moeten we nog een uur hobbelen in de mademoiselle (tja, de tractor wilde vanmorgen weer eens niet starten). Het lukt alleen niet zo goed om door de rivierbedding heen te komen. He, verdorie! Kees doet een paar pogingen en dan moeten we er allemaal uit. Dit vind ik eerlijk gezegd spannender dan het klimmen en klauteren van vanmorgen. Als we er maar uitkomen! Anders staan we hier mooi te koekeloeren. Als Kees alleen aan de slag gaat, lukt het hem gelukkig wel. En wij moeten maar zien hoe we te voet door de modder heen baggeren…
Terug bij het hotel worden Kees & Yvon verrast met een prachtig versierde kamer. Het personeel heeft echt heel erg haar best gedaan. Ook onze dinertafel hebben ze helemaal versierd. Met een fles champagne erbij is het een mooi feestje!
Voordat we aan tafel gaan proberen we toch nog om extra brandstof te kopen voor de terugweg. Dat valt hier natuurlijk niet mee, maar het is er wel. Normaal betaal je een euro per liter en in Bekopaka is de ‘woekerprijs’ 1,5 euro. Dat overleven we dus wel. Eric en Kees gaan ’s avonds in het donker met iemand van het hotel naar het dorp om een kan van 20 liter halen. Voor de zekerheid.
Terug naar Morondava
Hopelijk krijgen we de tractor weer aan de praat, want het is minimaal 7 uur rijden naar de bewoonde wereld. Kun je nagaan dat Bekopaka van november tot april, in het regenseizoen, geheel is afgesloten van de buitenwereld. Het is een hard leven voor de mensen die hier wonen. In de zomer komen er toeristen en zijn er inkomsten, maar in de winter is er alleen maar regen en modder. Geen inkomsten en weinig te eten. Piet en ik zouden het niet overleven, dat weet ik zeker.
Als we om 7 uur met lopende motor (!) bij de pont aankomen, kunnen we aansluiten in de file! 3 auto’s per pontje en 3 kwartier per overtocht. Mora, mora, zeggen ze hier. Langzaam, langzaam. Het is alleen niet zo goed voor de zenuwen. We zien aan de overkant hoe een jeep in de rivier vast blijft staan. En ik dacht nog wel dat het altijd goed zou gaan. Hmmm. Hij wordt gered door een auto van het volgende pontje. Eind goed, al goed. Rond 8 uur staan ook wij op het drijvende vlot. We hoeven niet te betalen en komen zonder zorgen weer aan de overkant.
Als we daar nog even staan te wachten, komt de bootman achter ons aan. “Payer! Payer!” Ik zeg tegen hem: “Nous avons déjà payé pour aller et retour“. Zijn neus groeit. Hij weet het wel. “Vous le savez, n’est-ce pas?” Hij kan niet liegen en begint te grinniken. “Oui, oui, je sais, je sais.” Hij dacht waarschijnlijk: ik kan het toch proberen? Maar hij druipt weer af. Omdat wij zonder gids reizen en met een auto waarop maar liefst 5 jerrycans staan, herkent iedereen ons. Hij wist dus prima dat hij al had geprobeerd om ons op te lichten!
Dikke stress bij de pont
In 3,5 uur crossen we naar Belo. Kees heeft er flink de vaart in en hij kent inmiddels alle hobbels en gaten in de weg. Wij volgen en happen zijn stof. Het is intensief rijden en af en toe maken we een verkeerde inschatting. Dan vlieg je een stukje! Woei!! Op de terugweg rijden we met 2 auto’s, de overvallen lijken een broodje aap te zijn. Maar we spreken wel af dat we niet stoppen als we staande worden gehouden. Gewoon doorrijden!
Rond het middaguur komen we weer bij de grote pont aan. Als Kees en Yvon er naar toe rijden, worden ze werkelijk belaagd door schreeuwende mannen. Ze vliegen op hun auto af. Eric zegt tegen mij dat ik er maar snel naar toe moet gaan. Ze begrijpen er vast geen snars van. Ik ren het ponton op en schreeuw naar de mannen: Allez! Allez! Weg! Weg! Yvon heeft haar raam al dichtgedraaid. Ze zit met haar vingers in haar oren.
Ze trokken met 5 man sterk aan haar armen. Iedereen schreeuwt. Sommigen willen dat Kees op het eerste vlot gaat staan, anderen willen dat hij op het tweede blijft staan. Als hij doorrijdt hoor ik: “On y va! On y va!” “We gaan.” Maar wij moeten er ook nog op!! De pont is vol. Ik loop terug naar Eric. De hysterische mannen sla ik van me af en ik snauw ze toe. De zeurende kindertjes negeer ik grof: nee, ik heb geen lege flessen voor jullie.
Kees en Yvon gaan weg met de pont. Wij kunnen er niet meer bij. Eric heeft via de walky talky contact met Yvon: “jullie gaan weg, wij moeten hier blijven”. We worden gescheiden door de rivier. Maar dan begint iemand druk te gebaren naar Eric. Hij moet ook het vlot op rijden. Er is dus toch nog plaats voor een auto. In Afrika is er altijd nog voldoende plaats! Uiteindelijk staan we allebei op het vlot en varen we naar de overkant. Pffffff, dit was dikke stress!! Wij wilden avontuur? Nou, we hebben avontuur!
Dood en dood moe
We komen compleet verstoft aan in de badplaats Morondava. Na het douchen zijn de witte handdoeken bruin. Zand in mijn haar, in mijn ogen, achter mijn oren, op mijn armen. Het zit werkelijk overal! Het lijkt wel alsof ik in een zandbak heb gespeeld. Als we ’s avonds gaan eten zijn onze chauffeurs dood en dood op. Het was een zware rit vanuit Bekopaka. Ze hebben weinig honger en veel moeite om hun ogen open te houden. We rekenen snel af voordat Kees en Eric aan tafel voorover in hun nasi vallen. Morgen doen we maar eens een dagje helemaal niks. Lekker relaxen aan het zwembad. Heerlijk!
Overnachting: Palissandre Cote Ouest resort & SPA (Morondava)
Koekjes en muziek in de auto
De startkabels moeten er weer aan te pas komen om de tractor te starten. As usual! Maar lastiger is dat de VISA het niet doet in het hotel. Het voorstel is dat iemand van het hotel met ons naar de bank gaat om geld te halen. Nou, dat dachten wij niet. Dat duurt hier uren! En we zijn niet voor niets vroeg opgestaan. We spreken af dat we de rekening meenemen en later betalen bij het Palissandre in Antananarivo.
De route gaat weer naar Antsirabe. We stoppen nog een keer in Mirandrivazo. Dit keer alleen om te lunchen, want de overnachting was niet voor herhaling vatbaar! Helaas is er bij het enige fatsoenlijke lunchtentje geen plaats voor ons. Er zit dan wel niemand binnen, maar er schijnen reserveringen te zijn. Ach, we trekken wel een pak koekjes open. En weer door!
Onderweg rijden we door een dorp waar het een drukte van belang is. In de verte zien we een zebu-rodeo: door de menigte rent een op hol geslagen stier. Verschillende mannen proberen erop te springen. Langs de hoofdweg dansen mensen. Als wij de muziek in de auto hard zetten en mee dansen liggen de Malagassiërs helemaal in een deuk. Wat vinden ze dat toch leuk! Zo gauw wij gaan dansen hebben ze echt dikke pret. Ook met onze “kameleondans” scoren wij steeds hoge ogen :-).
Overnachting: Les Chambres du Voyageur (Antsirabe)
Reparatietijd in Antananarivo
We zijn gisteren netjes op tijd aangekomen bij “Chambres des Voyageurs”. Daar sliepen we op de heenreis ook. Geweldige tent, want ze wassen je auto. En Tak en Taf snakken naar een schoonmaakdoekje! De vraag is alleen of ze daar wel tegen bestand zijn, want na de wasbeurt blijft de koppeling van de mademoiselle hangen en de accu van de tractor laadt niet meer op. Dat betekent dus geen licht, geen ruitenwissers, geen muziek. Beetje onhandig! En een beetje onveilig ook misschien… Onze bestemming is Andasibe, dus we komen langs Tana en ook langs Coen. We vereren hem met een bezoekje!
Dat bezoekje duurt natuurlijk veel langer dan gewenst. Ondertussen gaan wij lunchen. Er zit volgens Coen een goede pizzatent verderop, met een bakker ernaast. We vinden het er een beetje twijfelachtig uitzien, maar het zal wel. Het duurt nogal lang en ik moet naar de wc. Maar als ik de wc zie, stopt spontaan alle aandrang. Ik wacht nog wel even.
De pizza’s arriveren 1 voor 1. Ze zijn wel erg bleek. Geen tomatensaus en is het deeg wel gaar? We testen en twijfelen sterk. Coen zei dat het hier goed is, dus we nemen nog een stuk. De pizza van Yvon ruikt zuur. We rekenen af en gaan kijken of we ergens anders kunnen eten. Iets verderop zien we nog een pizzatent met een bakkerij ernaast…. aha… Aan de hoofdweg hebben we meer geluk, behalve Eric dan. Hij bestelt een broodje omelet, waar een pakje boter uit sijpelt. Hij vraagt of het ingepakt kan worden en maakt er een “houtkartrekker” dolgelukkig mee.
Tijdens spitsuur door Antananarivo
Weer terug bij Coen. De auto’s zijn gerepareerd. We besluiten om pas morgen naar Andasibe door te reizen. We moeten namelijk nog een rekening vereffenen bij het Palissandre hotel in Tana, dus daar rijden we “even” naar toe, nu de auto het weer doet. Het is een monsterrit door de hoofdstad! Complete chaos. Het kost ons 2 uur om 15 km verder te komen. We volgen Kees & Yvon op de voet en proberen geen auto’s tussen ons beiden te laten komen, want zij hebben de navigatie.
Dat is een hele uitdaging! Het is duwen, duwen, duwen en toeteren. Samen invoegen? Eerst duwt Eric zich tussen de autostroom en dan kan Kees er voor schieten. Het is oppassen voor de voetgangers die echt overal tussendoor krioelen. Er blijft geen stukje weg ongebruikt. Lekker druk! Was dit een eenrichtingsstraat, of mochten we hier wel gewoon in rijden? We staan namelijk best wel vast. Even de spiegels inklappen, dan passen we net. Het stinkt verschrikkelijk naar uitlaatgassen en soms ook naar riool en kadavers. De navigatie raakt in de stress: “herberekenen”, zegt hij steeds. Maar na een paar keer vragen vinden we het hotel dan toch, pffffff.
Vanavond eten we bij La Varangue, het beste restaurant van Madagaskar! We houden van contrasten. De ambassadeur van Amerika is er ook. Ergens in een aparte VIP ruimte dan. We eten voor €40,- pp. Duurder kan niet in Madagaskar. Maar we genieten met volle teugen. Ook van de taxirit terug: we worden bijna vergast, want de taxi is natuurlijk niet helemaal in orde…
Overnachting: Hotel & SPA Palissandre (Antananarivo)
Reptielenpark Reserve Peyrieras
Het begint misschien een beetje saai te worden, maar de tractor start weer niet. We staan nu midden in een drukke straat, dus dat is wel een extra handicap. Maar zo slim als we zijn: we staan op een heuveltje. Even een stukje rollen en… Brmm, brmmm, schok, schok: off we go! De gekte van Tana weer in. Gelukkig lukte het in 1 keer, want het is hier op zijn zachts gezegd erg onhandig om midden op straat stil te staan. En nu weer gifgassen snuiven!
Het is nog maar 3 uurtjes naar Andasibe, dus we kunnen het op ons gemakje doen. We pikken onderweg het reptielenpark Reserve Peyrieras mee, om wat mooie foto’s van kameleons en gekko’s te maken. Het zijn echt prachtige diertjes!
Helaas is Vapona Forest lodge helemaal volgeboekt. Tja, dat is het nadeel van reizen op de bonnefooi. Vakona ligt midden in het bos en ’s ochtends word je gewekt door de felle roep van de Indri. De Indri is what it’s all about in het Nationaal Park Andasibe Mantadia. Het is een soort halfaap, die alleen hier voorkomt.
Bij het Andasibe hotel is nog wel plaats voor ons. De eerste nacht moeten we in een vochtige economy room slapen, waar we voor de zekerheid onze klamboes ophangen. De 2 nachten erna zijn er weer bungalows met mooi uitzicht beschikbaar. Jammer dat alles wat je vastpakt, afbreekt. Chinese kwaliteit! Na twee keer doortrekken begeeft ook de wc het. En dat is toch een beetje onprettig met onze huidige gezondheid!
Overnachting: Check het nieuwe Mantadia Lodge!
Gezapig toerisme in Andasibe Mantadia
Ons reistempo gaat wat naar beneden, nu het eind in zicht begint te komen. Het is hier ook gezapig toeristisch. We gaan naar het lemureneiland; vol met handtamme lemuren die op je hoofd springen als de gids je een banaan geeft. Nou ja, het geeft de kans om mooie foto’s te maken zullen we maar zeggen. We sluiten de spectaculaire ochtend af met een gevaarlijke kanotocht waar we ter nauwer nood aan een waterval kunnen ontsnappen! Weer genoeg sensatie voor vandaag. Na de lunch rusten we uit bij het zwembad.
We worden weer herkend door een gids. Grappig is dat. We hebben hem aan de andere kant van Madagaskar gesproken, in Bekopaka. “Do you remember me?” Hij had onze auto’s al zien staan: “You are the adventurous ones! No guide!” Ja, we gaan hier over de tong in Madagaskar! Tak en Taf zijn beroemd.
Ontmoeting met de indri
Vandaag gaat het hopelijk gebeuren: we gaan de indri ontmoeten! Met een gids gaan we het bos in. We lopen in het begin over keurig aangelegde paadjes. Al snel gaan we off road. We crossen door het dichte bos en binnen een uur zien we de indri. Wow! Dat is cool. Best dichtbij! Ze springen behendig van boom naar boom. En als ze stilzitten poepen ze. Je moet er dus niet onder gaan staan! Ze hebben geinige snoetjes als ze naar beneden kijken om te zien wat wij doen. Klik, klik, klik, de fototoestellen maken overuren.
We worden ook getrakteerd op een familie gouden sifaka’s, met een kleintje erbij. Ze zitten recht voor onze neuzen elkaar te vlooien. Ze gaan ongestoord verder en wij staan eerste rang. Op de achtergrond het heldere geroep van de indri. Dit is weer zo’n kippenvel moment. Wat een ervaring. Yvon kijkt mij met een big smile aan en knijpt haar ogen dicht. Ik ben echt geroerd en voel stiekem mijn ogen een beetje nat worden. Tegen niemand zeggen hoor!
Nattigheid aan de oostkust
Verdorie, het regent jonge hond en de accu laadt niet meer op. Remlichten en ruitenwissers zouden toch wel handig zijn geweest! We rijden in 3 uur naar Brickaville en doorkruisen een prachtige, groene bergpas. Rijstvelden, kleine dorpjes met houten huisjes vlak langs de weg, iedereen zijn eigen winkeltje, mensen die ons palingen, eenden of fruit aanbieden. Ik zal het typisch Afrikaanse straatbeeld straks nog gaan missen, maar het staat in mijn geheugen gegrift.
We gaan naar het natte oosten van Madagaskar, naar het Pangalanas kanaal. De laatste drie kwartier gaat over een slechte, rode, modderachtige ‘weg’. We moeten door een rivier, maar het gaat allemaal goed. Een klein beetje glijden hoort er bij.
In Manambato lunchen bij het Acacia hotel. Daar kunnen we voor 60 cent onze auto laten staan en de boot komt ons ergens in de buurt ophalen. We hebben telefonisch gereserveerd, dus hopelijk gaat het goed! In het Acacia worden we ontvangen door een klein, lelijk, stinkend oud mannetje. Hij lacht ons vriendelijk toe. Hij mist zijn voortanden en wordt helemaal vrolijk als hij mij ziet: “Moi je suis petit, mais vous êtes grande, très grande!!” Fijn compliment hoor, ouwe! Hij feliciteert Eric met zo’n ‘grote’ vrouw. En hij is er duidelijk van overtuigd dat hij een groot compliment uitdeelt. Haha. En bedankt!! Na de vakantie dus weer op rantsoen…
De boottocht is weer lekker Afrikaans. Voor Kees is er eigenlijk geen zitplaats, dus hij krijgt een plastic tuinstoel. Zijn functie wordt al snel duidelijk: golfbreker. De regenjassen worden niet voor niets uitgedeeld.
Een tegenvaller aan Lac Ampitabe
Na een prachtig tochtje over Lac Ampitabe komen we aan bij het stille hotel. De bungalows zijn een beetje…matig. Is dit wel het hotel dat we geboekt hebben? Is dit het Palmarium? “No, this is Bush House.” Ach nee toch, hebben we dat weer! Ze hebben ons gewoon bij een ander hotel gedumpt, omdat het Palmarium vol zit. Yvon gaat bellen met de manager en maakt heel duidelijk dat we very disappointed zijn. Hij verontschuldigt zich. We kunnen komen eten in het Palmarium en meedoen met de trips. Maar we voelen ons flink genaaid en zijn niet van plan om 2 nachten in Bush House te blijven. Dus een praatje met de manager is wel effe nodig. En we zijn ook zeker niet van plan om het volle pond voor de dure boottocht te betalen: 160 euro voor een retour naar een plek waar we niet heen wilden!
De manager probeert ons ervan te overtuigen dat het een foutje van een collega is geweest, maar wij zijn geen gekskes. Dit doen ze wel vaker zo. We onderhandelen totdat we nog maar 30 euro voor de boottocht hoeven te betalen. We eten ’s avonds bij het Palmarium en ondergaan een toeristische dansvoorstelling. De nacht is een beetje druk voor Yvon en Kees. Over hun bagage loopt de familie kakkerlak: kleintjes, maar ook hele grote!! Bij ons is het gelukkig rustig.
We ontbijten met een heleboel lemuren in de bomen. Leuk hoor! We hebben er al heel wat gezien. De kleine bamboe lemur zit hier ook, echt een knuffeldiertje. De kans op een ontmoeting met de aye-aye tijdens een avondwandeling laten we schieten, omdat we vandaag vertrekken. We kiezen eieren voor ons geld. Het regent hier de hele dag door, de kans op een aye-aye is minimaal en we zijn liever op tijd in Tana met onze zieke Taf. De locatie van onze bungalows aan de oever van het meer is, ondanks alles, wel ontzettend mooi.
Overnachting: Bush house in plaats van Le Palmarium (Lac Ampitabe)
De tractor stort in
Als we weer aan vaste wal zijn beginnen we met de 4×4 route en daarna over de gewone weg naar Tana. We hebben een uur of 7 voor de boeg. De bergpas is vandaag echter te veel voor de tractor. Het regent hard en de ruitenwissers doen het niet. Maar gelukkig is Eric een echte bushdriver, dus hij draait er zijn hand niet voor om. Er zijn hier wel meer auto’s zonder verlichting en ruitenwissers, dus wat zeuren we nou? Maar de meters doen het ook niet, waardoor we zien niet dat de motor te heet wordt. En dan: plof, pffffff, rook uit de motorkap.
Alsof d’n duvel er mee speelt: de walky talky is ook leeg, dus we kunnen Kees & Yvon niet informeren. We staan aan de kant van de weg. Op zijn Afrikaans. Eric doet de motorkap open en het water kookt en stoomt. Ik ga een bos takken in de bocht leggen, om het verkeer te waarschuwen. Takkenbossen doen hier dienst als alternatieve gevarendriehoeken. Als Yvon & Kees terugkomen, kunnen we eigenlijk al weer verder. In het volgende dorp gaan we tanken en nog eens onder de motorkap kijken. Het rookt al weer. Effe pauze dus en water bijvullen. Yvon en ik proberen ergens een broodje te scoren, als Kees en Eric hun technische kennis bij elkaar schrapen boven de motorkap van Taf. De conclusie is dat we rustig verder rijden en maar zien wat er gebeurd.
Een spannende laatste tocht
Voor onze laatste twee nachten hebben we een mooi boutique hotel in Tana uitgezocht: nummer 1 op Tripadvisor en een beetje aan de rand van de stad. Het is een hachelijke onderneming om er te komen! Voor mij de spannendste in Madagaskar. De tractor wil eigenlijk niet meer, hij dreigt steeds uit te vallen als we langzaam in de eerste versnelling rijden. Hij begint dan te schokken en te haperen. Op de rotonde voor de stad, valt hij uit. Maar Eric krijgt hem direct weer aan de praat. Fieuw! En weer door!
We rijden de stad in en moeten Yvon en Kees zien te waarschuwen dat we problemen hebben. Ik ga dus uit de auto hangen en schreeuw zo hard als ik kan: STOP! STOPPEN! Ik zwaai als een idioot. Het is effectief. We spreken af dat ze dicht bij ons blijven, want als we niet meer kunnen starten hebben we de mademoiselle nodig.
We gaan weer verder. Berg op. De tractor pruttelt en schokt. Ik vind het doodeng. Het is druk en we moeten een paar steile hellingen op. BOF! Hij valt uit. Damn! “Claudia, ga jij de auto uit om het verkeer te regelen? Dan laat ik hem achter uit rollen en probeer ik hem te starten.” Man, man, man, je maakt het mee, hier in Madagaskar! Binnen no time heeft Eric onze Taf weer aan het tuffen, dus we gaan weer verder. De motor moet blijven lopen, dat is het belangrijkste. In de tussentijd zijn Kees & Yvon ergens de hoek omgegaan en staan midden op straat stil om op ons te wachten. Tot grote ergernis van de bestuurder achter hen. Yvon kijkt hem aan, haalt haar schouders op en rent naar ons, maar we rijden al weer. We kunnen weer verder.
Wat zijn we opgelucht als we bij het hotel aankomen! Wij rijden geen meter meer met de tractor. We hebben het gevoel dat we hem helemaal aan gort hebben gereden.
Overnachting: Lokanga Boutique Hotel (Het hotel is inmiddels helaas gesloten.)
Het echte Afrika-gevoel is een beetje ongemakkelijk
Het hotel is werkelijk fantastisch!! We hebben 2 suites met een gezamenlijk balkon en uitzicht over de hele stad. We vertoeven de hele dag op ons terras en genieten van de zon en de zonsondergang. Een beetje rommelen, stukje schrijven, spelletje doen. Coen komt de tractor ophalen en voelt zich behoorlijk bezwaard als hij onze verhalen hoort. Maar ach, het hoort er een beetje bij. Het echte Afrika-gevoel is ook een beetje ongemakkelijk, het is avontuur.
Jongens, wat hebben we genoten van deze reis! Kees & Yvon zijn fantastische reisgenoten gebleken. We hebben heel veel lol gehad en barre tochten getrotseerd met elkaar. En Madagaskar: wat ben je mooi! Wat ben je vriendelijk en wat ben je avontuurlijk. Ik zal je missen. De mensen langs de weg, de zebukarren op straat, de kippen voor de auto, onze Tak en Taf, vieze uitlaatgassen, de lemuren en de baobabs, het gekraai van hanen in de vroege ochtend, de uren op de wc-pot, het stof in mijn haar, de ondergaande zon, de Tsingy, de gammele pontjes en de zwaaiende kindjes die ons naroepen: “Vazah, Vazah, Bonbon!” Het was een feest om hier te mogen zijn! Prachtig Madagaskar, misschien tot ooit.
Route door Madagaskar en accommodaties
Wij hebben in totaal vier weken door Madagaskar gereisd. Over de eerste twee weken kun je hier lezen. Naast het reisverhaal en route door Madagaskar, vind je hieronder een beknopt overzicht van alle accommodaties waar wij hebben geslapen. De meeste waren luxe en comfortabel. En voor Malagassische begrippen duur. Er zaten een paar Spartaanse plekken tussen (Piroque, Kirindy en Bush House), omdat er geen andere opties waren. Zelfstandig reizen door Madagaskar vergt wat voorbereiding. Om je op weg te helpen hebben wij 10 waardevolle tips op een rijtje gezet. Ook hebben we een overzicht gemaakt van alle plekken waar je volgens ons naar toe zou moeten gaan om alle bijzonderheden van Madagaskar te bezoeken.
Tana, 2 nachten: Madagaskar tv
Ranomafana, 2 nachten: Cristo hotel Ranoma
Isalo, 3 nachten: Residence de la Reine
Andringitra, 2 nachten: Camp Catta
Antsirabe, 1 nacht: Les chambres du Voyageur
Miandrivazo, 1 nacht: La Piroque
Morondava, 2 nachten: Palissandre Cote Ouest resort & SPA
Kirindy Forest, 2 nachten: Kirindy ecolodge
Bekopaka, 3 nachten: Hotel Le Soleil des Tsingy
Morondava, 2 nachten: Palissandre Cote Ouest resort & SPA
Antsirabe, 1 nacht: Les Chambres du Voyageur
Antananarivo, 1 nacht: Hotel & SPA Palissandre
Andasibe, 3 nachten: Mantadia Lodge
Lac Ampitabe, 1 nacht: Bush house in plaats van Le Palmarium
Antananarivo, 2 nachten: Lokanga Boutique Hotel (gesloten vanwege Covid)
Met veel plezier de 2-delige reisblog gelezen. Wij gaan in oktober, ook self-drive en ook met de Pajero van Coen.
Wat ontzettend gaaf. Wij kijken terug op een geweldig avontuur. Jullie hebben hem nog voor de boeg. Jaloers….
Prachtige foto’s en wat een avontuur! Heerlijk om te lezen. Zou er graag zelf eens naartoe willen!
Oh, het was zeker een avontuur! Madagaskar is een bijzondere bestemming. Helemaal als je van dieren en planten houdt! Echt iets voor jou, Margreet.
Hoi,
Geweldig stuk en reis!
Ik ga met mijn vriendin die in Mada woont de westkust rond trekken.
Nu heb ik een twijfel over het rotspark.
Ik heb 2 nieuwe knieën en beetje hoogtevrees.
Is het wel te doen, lees over kruipen tussen de rotsen en dat kan ik niet meer.
Je komt er maar 1x dus wil het wel.
Hopelijk kunnen jullie mij een antwoord geven.
Gr. Carla