(REISVERHAAL) Wij willen graag beren zien. Dat was onze belangrijkste reden om naar Canada te gaan. Tot nu toe was dat nog niet zo’n succes. Door de vele bosbranden in British Columbia laten beren (en ander wildlife) zich bijna niet zien. De 560 brandhaarden leggen een grijze deken over het mooie land. Hierdoor gaan veel uitzichten aan ons voorbij. Vervelend voor ons natuurlijk, maar het is vooral vreselijk voor de kwetsbare natuur. We zoeken ons geluk in Britisch Columbia: in Bella Coola en Hyder, bekend vanwege de beren.
Lees ook hoe wij onze reis startten in Vancouver en naar Jasper National Park reisden.
Bella Coola
De route naar Bella Coola is nog 520 kilometer. In Williams Lake doen we boodschappen, gooien de tank vol en vragen na of de Highway 20 veilig toegankelijk is. Daar gaan we. Weg van het massatoerisme. Een lange, lege weg. We moeten over “the Hill“, ofwel de Heckman pas: 60 km gravel en 18% daling. Het is heel waarschijnlijk dat CruiseCanada niet wil dat je dit met hun campertje doet, maar dat nemen we voor lief.
We rijden weg van de grijze lucht en zien de blauwe hemel weer. Wat is het leven in Canada toch mooi als de zon schijnt! Net voor de pas kleurt de lucht echter weer donker: bruinoranje. We zitten in de buurt van een brandhaard en de omgeving ziet er maar onheilspellend uit met al die dode bomen.
We rijden er zonder problemen langs en trotseren de Heckman pas. Heel langzaam. Poeh! Dat is steil! De afgrond naast de weg gaat bijna loodrecht de diepte in. Hier wil je geen tegenligger tegenkomen! Gelukkig rijden wij aan de binnenkant, maar op de terugweg zit ik straks in de buitenbocht. Brrrr. De uitzichten zijn wel schitterend. Dat moet gezegd.
Camping Rip Rap
We kunnen terecht op camp Rip Rap in Hagensborg, zo’n 15 km van Bella Coola. Wat een heeeeeerlijke plek! Een camping met familiefoto’s op het toilet en een “viewing deck” aan de rivier. We kunnen aan de overkant, bij het ontmoetingscentrum, een hamburger eten. Dat kan alleen op vrijdagavond, zolang de voorraad strekt. Toeristen en locals zitten door elkaar. We worden enthousiast gewenkt door een ouder, Canadees stel. Ze staan ook op de camping. Eerder vandaag reden ze ons voorbij op de Heckman pas. “You made it!”, zeggen ze blij. Ja, zeker! En wat is het fijn om hier te zijn.
Gemist!
We hebben de beer gemist! Toen wij een hamburger zaten te eten, kwam moeder beer met haar drie welpen wat drinken aan de rivier. Ze was er maar heel even. Vanaf het terras aan de rivier is ze gespot. Ze zitten er dus wel! Maar ook rond Bella Coola is het eigenlijk nog te vroeg. In september gaat het hier pas echt los. De eerste riviertochten zijn net gestart, maar beren worden nog maar sporadisch gezien.
De poel des doods
De zalmen zijn er al wel. Als we bij een brug gaan kijken, worden we overvallen door de stank. Niet te harden. Het is echt walgelijk! Meeuwen zitten druk te kakelen en overal liggen dode zalmen. Het zijn flinke joekels. De zalmen zwemmen vanuit de zee stroomopwaarts, terug naar hun geboorteplek. Ze leggen eieren en sterven. De zalmen die nog leven zien er belabberd uit. Je ziet ze ploeteren. Wat een struggle for life!
Schaduwkant van Canada
In het dorpje Bella Coola proef je de harde geschiedenis van de inheemse bevolking: de Nuxalk (indianen). Je ziet dat ze het leven, dat ze opgelegd hebben gekregen van de Canadese regering, niet goed kunnen leven. Veel panden zijn vervallen, of verlaten. Voor de ramen hangen lakens, vastgeprikt met punaises en in de tuinen staan autowrakken. Mensen hangen doelloos rond op straat. Totempalen en houtsnijkunst fleuren de boel nog een beetje op, maar we zien en voelen vooral de schaduwkant van Canada. We horen het verhaal over een vader die gestopt is met drinken in de hoop dat zijn zonen dat ook zullen doen. Hij heeft al twee keer een zoon los moeten snijden, omdat hij het leven uitzichtloos en ondraaglijk vindt. De geschiedenis heeft diepe wonden achter gelaten in Bella Coola en doet nog steeds zeer.
Hyder
Onze poging om ons ferryticket te veranderen en vanuit hier naar Vancouver Island te varen, mislukt. Alles zit vol. We willen liever niet meer terugrijden naar de grijze luchten en de bosbranden, maar er zit niets anders op. We houden ons aan de oorspronkelijke route en gaan gewoon richting Hyder. Het is maar liefst 1400 kilometer! De rook valt mee. De weg is lang en saai. In Hyder zijn de beren toch wel gegarandeerd?
Voor Eric is het de derde keer dat hij in Hyder komt, voor mij de tweede. Uniek, want wij gaan niet zomaar ergens terug. Wat is er dan zo bijzonder aan Hyder? Hyder is niet meer dan een klein, vervallen spookdorpje in Alaska. Het ligt aan een doodlopende weg, alleen bereikbaar vanuit Canada. Je komt langs een onbemande grenspost en vraagt je af waar je terecht bent gekomen. Alleen de hoofdweg is geasfalteerd. Huizen staan te koop, zijn vervallen, of juist versierd met grote Amerikaanse vlaggen. Chauvinistisch zijn ze hier wel. De “Sealaska Inn” waar wij zeven jaar geleden sliepen, staat op instorten.
Herinneringen herleven
In Hyder hebben wij zeven jaar geleden Kees en Yvon ontmoet. Onze reismaatjes. Om zes uur ’s ochtends keken we bij Fish Creek, samen met hen, naar een vissende grizzly. Daarmee is onze vriendschap begonnen. Daarna opwarmen bij een kopje thee in hun camper, in het zonnetje kersen eten bij de Salmon Glacier en ’s avonds barbecueën op camping Run a Muck. Aan het kampvuur wordt door ons nog vaak gerefereerd!
Fish Creek
Rond 18 uur gaan we naar Fish Creek. De plaats waar het allemaal om draait. De reden waarom Hyder bestaansrecht heeft. We kopen een toegangspas voor drie dagen en hopen op vissende grizzly’s. Maar we horen al snel dat er dit jaar bijna geen beren zijn. De rangers weten niet wat er aan de hand is. De zalmen zijn er wel, maar de grizzly’s komen nog steeds niet vissen. Soms worden zwarte beren gezien, maar niet eens iedere dag.
De struiken gaan op en neer. Een zwarte beer komt traag tevoorschijn uit de bosrand. Ze eet rode besjes langs de waterkant van het meertje. Het is best lastig om haar goed te kunnen zien vanaf de boardwalk. Alle camera’s zijn op de zwarte beer gericht. We hebben geluk vandaag!
The bearman
We waren er vroeg bij vanmorgen, maar helaas geen beren. Door naar de gletsjer! We nemen de tijd voor de gravelweg en genieten van de zon aan de top. Wat een heerlijk weer en een fantastisch uitzicht. Vannacht hebben hier drie campers gestaan, maar de “bearman” is er helaas niet. Hij woont in zijn auto en verkoopt postkaarten en het boek over beren, dat hij ooit zelf heeft geschreven. Op de terugweg komen we hem tegen. We houden hem aan en vragen om zijn boek. Hij ruikt niet zo fris, maar is heel vriendelijk en signeert zelfs ons boek. Even later zien we twee kleine beertjes de weg over steken. Een toegift van de “bearman”?
Stewart
Om naar Stewart te gaan, moeten we de Canadese grens over. De douanebeambte vraagt ons wat we in Hyder hebben gedaan, waar we naar toe gaan en wat we allemaal bij ons hebben. Of we wapens, alcohol of meer dan $ 10.000,- bij ons hebben? Nee, natuurlijk niet! Als we doorrijden bedenken we ons dat we gelogen hebben over onze biervoorraad. Morgen zullen we eerlijk zijn.
We gaan in Stewart boodschappen doen, koffie drinken en de camper verzorgen. Hij heeft benzine nodig, een wasbeurt en de tanken moet worden geleegd. Dat laatste is natuurlijk mijn taak en ik heb er nog steeds nachtmerries van. Ik heb er nog geen vertrouwen in dat het deze keer wel goed zal gaan. Met enige vrees trek ik de lichtblauwe, rubberen handschoenen weer aan. Volgens Eric kijk ik er nogal boos bij. Opperste concentratie. Wat een rotklus!
Na wat wrikken aan de dop, krijg ik hem los en gaat alles zoals het hoort. Nog steeds vind ik het een smerig gedoe met die vieze slang, het afspoelen en je slippers in het water. Maar deze keer is het niet zo traumatiserend.
Eten bij de schoolbus
In Hyder eten we bij de bus: the Seafood Express. Maaltijden worden klaargemaakt in een oude schoolbus. Vanzelfsprekend nemen we de beroemde fish & chips. Daarna gaan we onze dollarbiljetten zoeken in de Glacier inn; een smoezelige kroeg waar door de jaren heen wel honderdduizend biljetten aan de muren zijn geplakt. Onze oude biljetten zijn onvindbaar. We kopen bij het souvenierwinkeltje aan de overkant fudge en nemen vervolgens nog een kijkje in de muffe general store. Meer is er niet te doen in Hyder.
Om 18 uur staan we weer paraat bij Fish Creek. Stel je voor dat we een beer missen! De bessenbeer is er weer. Volgens mij dezelfde als gisteren, want ze loopt ongeveer dezelfde route. Zou ze onderhand geen visje willen vangen? Op een paar bessen kan zo’n beer toch niet leven? Onze wens lijkt een wens te blijven. Maar al met al hebben we toch maar liefst vier beren bij Hyder gezien. Hyder stelt nooit teleur! Wij houden van Hyder. Hoe vreemd de plek ook is.
Reis verder met ons mee door Canada: naar Vancouver Island.
Overnachtingen in British Columbia: Bella Coola + Hyder
Hagensborg, Camp Rip Rap Camp (geweldige camping!)
Smithers, Glacier View RV Park (nette camping aan de weg, praktisch voor tussenstop)
Hyder, Run a Muck (dichtbij Fish Creek)
Wij reden óók van Williamslake naar Bella Coola. Met een gewone huurauto en ons tentje in 1992. Na de pas , parkeerden we de auto en zijn in 4 dagen gelopen naar Lonesomelake. De plek waar ooit Ralph Edwards woonde: zie het boek: Ralph Edwards of Lonesome Lake. Dat was nog eens een avontuur.
Hier teer ik m’n hel leven al op. Zou er een boek over kunnen schrijven.
Dat klinkt als een fantastisch avontuur! Het zal ook een prachtige hike zijn geweest. Gaaf, zo’n mooie herinnering.
Mooi hoor! Widlife spotten is altijd wel een van de leukste dingen om te doen tijdens zo’n trip. Helaas is ons lijstje wat dat aangaat nog heel beperkt (ook beren hebben we helaas nog niet gezien) maar al die keren dat we iets bijzonders zagen voelden we ons altijd heel bevoorrecht.
De wildernis van Alaska lijkt me ook echt zo’n streek waar je met een beetje geluk heel wat exotische beesten kan zien.
Wij houden ontzettend van dieren spotten onderweg. En we hebben ook al vaak ‘misgepakt’, maar dat hoort er toch ook een beetje bij.
Prachtig verhaal.
Dankjewel Ruddy!