Ga naar de inhoud
portret jonge vrouw Tana Toraja

Natuur en cultuur op Sulawesi en een stopover in Singapore

(REISVERHAAL) In de zomer van 2017 hebben we ruim drie weken rondgereisd op Sulawesi, een bijzonder Indonesisch eiland. Voor de ouderen onder ons: het voormalige Celebes. We gingen in de eerste plaats voor de dodencultuur van de Toraja. In de tweede plaats om te snorkelen en te duiken. Wij dachten dat het tijdrovend zou zijn om ongeorganiseerd te reizen, dus we hebben vooraf een rondreis geboekt. Makkelijk, maar niet per se noodzakelijk. We sloten af met een stopover in de wereldstad Singapore. Het was een prachtige reis met zowel cultuur als natuur. Met luxe hoogtepunten, maar soms ook afzien. In dit reisverhaal over Sulawesi en Singapore lees je er alles over. 

Het feest is begonnen

De reis duurt een uur of 17. Omdat we een dagvlucht hebben, valt slapen niet mee. Ik kijk wel drie films en lees een boek. Eric kijkt blijkbaar een geweldige komedie. Het blijft toch een beetje raar als er opeens iemand keihard begint te lachen in het vliegtuig. De vrouw die voor hem zit, kijkt mij betekenisvol aan en grinnikt. Ik geef Eric een elleboogstoot. Maar dat helpt niet: er komen nog meer grappige scènes…

Op het vliegveld van Makassar worden we opgehaald door een chauffeur. Op zijn bordje staat: “Party van Dongen”. Is dat nou niet leuk? Deze vakantie belooft een waar feest te worden! Ik heb mijn dansschoenen al aan.

De stad is net als veel Aziatische steden: druk, rumoerig en klam. Veel wildlife ook: katten, ratten en kakkerlakken. Het is er allemaal. En het is groot! Ons hotel ligt aan de waterkant, naast de haven. Of eigenlijk: op het water. Ons huisje staat op palen in het water. Het is een super locatie, met prachtig uitzicht. Veel toeristen zijn er niet. Laat staan westerlingen.

Naar Rotterdam in Makassar

Vandaag ontdekken we dat blanke toeristen nog steeds een zeldzaamheid zijn in Makkasar. Er wordt geroepen: “mister, mister!”, gewezen en hard gelachen. Niet alleen door kinderen, ook door volwassenen worden we aangestaard en nagewezen. Big smiles, niet zelden zonder tanden.

Fort Rotterdam

Als we Fort Rotterdam gaan bekijken, het toeristische hoogtepunt van de stad, worden we door een paar jonge meiden aangesproken. Voor een project van school moeten ze toeristen interviewen, om Engels te leren. Het eerste meisje doet een poging, maar is veel te zenuwachtig. Ze durft niet. Haar vriendin neemt het over, zij kan haar zenuwen wel bedwingen. En aan het eind gaan we natuurlijk samen op de foto.

Ze lopen giechelend weg als er semi onopvallend een politieagent voor ons komt staan. Hij wil blijkbaar ook graag met ons op de foto. De militairen die langs lopen geven ons een hand en vragen waar we vandaan komen. Uit Nederland? Hun dag kan niet meer stuk. Ik geloof dat wij hier de grootste attractie zijn. Eens kijken hoe lang dat leuk blijft!

selfie van Eric en Claudia in riksja. De fietser is ook te zien.

Riksja

Buiten het fort komt de aanhoudende riksja-fietser weer op ons af. Hij houdt voet bij stuk: we moeten naar de vismarkt! En hij brengt ons wel. Nou vooruit dan maar. Eigenlijk wil je dit helemaal niet, maar hij heeft ook brood op de plank nodig. De vismarkt is zo’n beetje de goorste plek op aarde. Lekker op je slippers door het slijk. Spetters van dode vissen op je kuiten. Natuurlijk wil iedereen zijn vis aan ons laten zien. Maar wat stinkt het toch! We gaan door naar de oude haven. Grote zeilschepen en vrachtwagens worden vandaag volgepakt met uien. Zoiets blijft mooi om te zien.

hoogtepunt Sulawesi: vismarkt Makkasar
Haven Makkasar

Het is bijna 12 uur, dus de gebeden schallen door de luidsprekers van de vele moskeeën die de stad telt. Met het gebed op de achtergrond, kopen we wat te drinken in een klein winkeltje. De verkoopster is ons blijkbaar eeuwig dankbaar. Ik was niet helemaal voorbereid op die plotselinge omhelzing en dikke knuffel. Ze gaat me nog net niet kussen, maar het scheelde niet veel! Ik ben te groot.

Indonesische vrouw omhelst Claudia

We laten ons weer afzetten bij het hotel. De riksja-fietser is ineens doodmoe en speelt in op ons gevoel van medelijden. Het tarief is verdrievoudigd. Wij zijn goed, maar niet gek. Hij krijgt een nette fooi, maar we zijn niet onder de indruk van zijn toneelspel.

Overnachting: Hotel Pantai Garupa

Boeginese boten en Bira beach

Een lange autoreis brengt ons naar de kust van Bira. Het verkeer is altijd weer een belevenis op zich, maar nu hebben we het niet zelf in de hand. Ons lot ligt in de handen van Sam, onze chauffeur. Net als iedere andere bestuurder wil hij het liefst voorop rijden. Dus: inhalen, inhalen, inhalen. We slingeren naar de plaats van bestemming en passeren duizenden scooters. Waar in Afrika iedereen zich te voet verplaatst, gaat in Indonesië iedereen op de scooter. Met drie man, past nog makkelijk. Het is een chaos op de weg, but what’s new?

bouwen van Boeginesche boot

Voordat we in Bira aankomen gaan we langs het strand waar onder de palmbomen Boeginese boten worden gebouwd. Geen scheepswerf, maar hoge, houten stellages, waar de botenbouwers behendig overheen klimmen. Met hoogtevrees ben je ongeschikt voor deze job. Het strand eromheen ligt werkelijk helemaal bezaaid met plastic. Net als op heel veel plaatsen in Indonesië. Wat is dat toch eeuwig zonde! Hier heeft de overheid nog een nobele taak te vervullen. Deze plastic soep moet nodig bestrijd worden.

In Bira is het prachtig. We zitten recht aan de kust in de Bara Beach Bungalows. We nemen een biertje en kijken uit over de zee. Onze dag komt langzaam tot een einde. Best prima hier!

Overnachting: Bara Beach Bungalows

Eric drinkt biertje met uitzicht op zee

Snorkelen bij palau Liukanglu

Om 9 uur de volgende ochtend start onze snorkeltrip naar het eiland Liukanglu. Het koraal in niet super bijzonder, maar het is een aardig begin. We meren aan voor een lunch op het strandje, drinken een verkoelende cola en hangen wat in de hangmat. Tijdens een wandelingetje door het kleine dorp worden we enthousiast geroepen door enkele schoolkinderen. “Mister, mister, what is your name? Where are you from?”. De groep wordt steeds groter en iedereen wil weten hoe we heten. Als we een vraag terug stellen die ze niet begrijpen, wordt er druk gesmoesd en gegiecheld. Maar op de foto willen ze maar al te graag! “Photo, photo!

twee boten op het strand bij boom
welkomsbord Liunkang

We zijn aan het begin van de middag weer terug op Bara Beach en besluiten langs het strand naar Bira te lopen. De kustlijn is betoverend mooi met haar witte strand en overhangende rotsen. Het dorp stelt niet zoveel voor, dus we hopen op de terugweg ergens langs het strand nog iets te kunnen drinken. Of in een Karaoke bar? Het is een uur of vier en in sommige stenen hokken knalt de muziek al uit de boxen. Zo te horen zijn het vooral vrouwen die enthousiast mee schreeuwen. Wij doen het rustiger aan en genieten van een biertje aan de zee en de ondergaande zon. Voor het slapen gaan temmen we nog wel even de schorpioen die onder Eric’s spullen vandaan komt. Gezellige huisdieren hebben ze hier!

strand met rotsen en zee

Boottocht op het Tempemeer

Het is een uur of 7 rijden naar Sengkang. Aan het eind van de middag gaan we met een lopi pakkan (lange prauw) een boottocht maken op het Tempemeer. Hier leeft de plaatselijke bevolking op drijvende huizen. We worden ontvangen met gebakken banaan en thee. De tocht doet een beetje denken aan een Surinaamse boottrip van een paar jaar geleden: de poncho was best welkom. Hoewel iets minder noodzakelijk als toen! De zonsondergang op het meer is prachtig.

Overnachting: BBC Hotel Sengkang (geen website)

zon gaat onder in Tempemeer. Bomen op horizon

Verschillende culturen

Het is verdorie 4:38 uur! Ik wil slaaaaapen! Mijn culturele hart slaat dicht als een oester. Het nadeel van een Islamitisch land ondervinden we aan den lijve. Het duurt zeker een half uur. En denk niet dat oordopjes helpen tegen deze oproep tot gebed. Ik snap nu echter wel waarom er een pijl op het plafond staat. Dat is me nog nooit opgevallen in een hotelkamer.

Het is ons deze vakantie vooral te doen om de dodencultuur van de Tana Toraja. Overledenen blijven tot 7 jaar opgebaard in een woning liggen. Om ze te bewaren spuit men de lijken in met formaldehyde. Ze worden dan gezien als “ziek”, maar maken nog wel deel uit van het familieleven. Ze krijgen eten, drinken en sigaretten. Er wordt tegen ze gepraat. Als er voldoende geld is gespaard vindt een ceremonie van 6 dagen plaats. Hoe rijker de familie, hoe meer buffels worden geslacht. We willen er graag iets van zien. Onderweg horen we dat er vorige week een hele grote ceremonie is geweest, waarbij een minister aanwezig was en maar liefst 60 buffels zijn geslacht. Nou, dat hoeft nou ook weer niet. Maar nieuwsgierig ben ik wel!

Prachtige panorama’s en nasi goreng

Eerst nog een paar uur rijden, voordat we in de bergen van het binnenland zijn. Onderweg drinken en eten we in prachtige panorama restaurantjes. We kijken uit over de sawa’s (rijstvelden). Het ontcijferen van de menukaart gaat steeds beter. De eerste keer, zaten we met grote vraagtekens in onze ogen. Maar overal staat eigenlijk hetzelfde op de kaart. Nasi goreng is er altijd. Godzijdank. Lekker met telur (ei) en krupuk. Soms ook saté ajam, maar eigenlijk is dat te veel. Zo klein als ze zijn, die Indonesiërs eten een hoop rijst! Het komt je oren uit. Sowieso eet Eric hier zelden vlees. En sinds we hoorden hoe het klinkt als een hondje wordt geslacht, is Eric er helemaal van overtuigd dat je hier geen enkel risico moet nemen. Hij blijft flexitarier op reis.

bord met portie nasi goreng

De Toraja cultuur

Met een lokale gids gaan we het culturele erfgoed van de Toraja bekijken. We hebben twee dagen. Morgen gaan we naar een kleine ceremonie. Yes! Vandaag doen we verschillende dorpjes aan. In Lemo zien we de tau-tau poppen. Deze houten poppen symboliseren de overleden familieleden en waken over de rotsgraven. Ze lijken ook op de overledenen en dragen dezelfde kleding. In Kambira zien we babybomen, waarin baby’s worden begraven die overleden zijn voordat ze tanden hebben gekregen. En in Londa rotsgraven waar kisten hangen, vol met skeletten.
Als laatste bezoeken we Kete Kesu, een traditioneel dorp met Tongkonan huizen in de vorm van een soort boot. Helemaal afgewerkt met houtsnijwerk en aan de voor- en achterkant een buffelkop.

Overnachting: Luta Resort Toraja in Rantepao

Hanengevechten

Maar het meeste indruk maken de hanengevechten. Deze worden gehouden op de laatste dag van een ceremonie. We pakken dus nog net de laatste dag van de grote ceremonie van vorige week mee. Op het terrein zien we verse huiden liggen en de hoorns van de buffels. De geur van bloed is doordringend. We banen ons een weg door de modder en ik probeer niet in het bloed te gaan staan.

festivalterrein begrafenis: buffelhoorns

Alle mannen uit de omgeving zijn op hun brommers naar hier gekomen. Het is een drukte van jewelste. De mannen gokken grif. De hanen vechten met messen aan hun poten. Een gevecht duurt soms maar een minuut. En tjak, daar ligt weer een dooie haan. De winnaar krijgt hem mee voor de saté ajam. Next!

Reisverhaal Sulawesi

De begrafenis

We zijn vroeg. We lopen langs de ambtenaren die aanwezig zijn om belastingen te innen. Voor ieder varken en iedere buffel die wordt geofferd tijdens een begrafenis, moet belasting betaald worden. Het wordt netjes genoteerd in een schriftje. Dit geeft tevens overzicht van de sociale schulden die de familie vandaag opbouwt. Ieder dier moet namelijk in de toekomst weer terugbetaald worden tijdens een andere begrafenis.

Verderop wordt het traditionele gerecht pa’piong geprepareerd. Het bestaat uit varkensvlees en groenten en wordt in bamboe gegaard op open vuur. Klinkt best lekker hè?

Warzone

En als ik het zo vertel?: Vier mannen staan rauw vlees en varkensingewanden in bamboestokken te proppen. Op de grond liggen grote hopen vlees. De mannen staan er op hun slippers tussen. Hun armen en kleding onder het bloed. Ze scheuren stukken af en pakken bladeren die ze er tussen stoppen. Boven hun hoofden hangen varkenspoten aan haken, klaar om versneden te worden.

Het belooft een gruwelijk dagje te worden. We zijn een oorlogsgebied binnengetreden, dus als je een groot dierenhart hebt en niet goed tegen bloed kunt, moet je dit verslag misschien overslaan…

Vier mannen maken traditioneel gerecht

Festival

Rond het huis van de overledene is een waar festivalterrein gebouwd. Centraal staat de grote, versierde tent waarin gasten uit omliggende dorpen groepsgewijs ontvangen worden. Na de ontvangst gaan ze door naar overkapte vlonders, waar ze de rest van de dagen kunnen eten, drinken en slapen. De vlonders zijn genummerd. Tegen de middag is er zeker een paar honderd man. Toeristen lopen er tussendoor en zijn meer dan welkom. Natuurlijk willen ze ook met ons op de foto. De sociale betekenis van een begrafenis is ontzettend groot in de Toraja cultuur. Het is een reünie voor families en dorpelingen uit de wijde omgeving. Maar ook familieleden die in het buitenland wonen komen ervoor terug.

De ontvangsttent voor gasten op de begrafenis van de Toraja

Ontvangst van de gasten

We worden uitgenodigd om met een paar familieleden thee te drinken en cake te eten. Maar dat is dan ook de enige overeenkomst met een westerse begrafenis. We zitten op een vlonder en de gids legt uit wat er allemaal gebeurd. Onze slof kruidnagelsigaretten wordt onder instemmend knikken ontvangen. Je moet hier niet te principieel zijn in de keuze van je cadeau, want ze willen gewoon sigaretten krijgen.

familie heet gasten welkom

Een nieuwe groep gasten wordt door de ceremoniemeester met een microfoon aangekondigd. De sfeer is ontspannen. Eerst worden de meegenomen varkens ten tonele gebracht. Soms wel vier; strak opgebonden en hangend aan bamboestokken. Sommigen varkens ondergaan hun lot lijdzaam. Anderen krijsen en proberen tevergeefs los te komen. In een stoet loopt de groep naar de grote tent, waar ze ontvangen worden door jongens en meisjes in traditionele kleding. De mannen en vrouwen worden gescheiden.

twee jonge meiden in traditionele kleding blazen bellen van suikergoed

Daarna komt de familie van de overledene in een stoet naar de tent. Ze zijn gekleed in zwart. Voorop loopt het hoofd van de familie met een staf, gekleed in een goud-groen overhemd en groen Bulls petje. Twee dames in traditionele kleding. Ze zien er prachtig uit: zwarte jurken en rood/oranje kralenkettingen. Twee fluitisten en een vrouw die een klaagzang zingt. Ze gaan hun mannelijke gasten sigaretten aanbieden. De vrouwen krijgen een soort noot om op te kauwen. Daarna brengen ze koffie, thee en koekjes. Als ze klaar zijn roept de ceremoniemeester op welke vlonder ze plaats mogen nemen. Dit ritueel gaat de hele ochtend door.

Offeren van varkens

Ik denk dat we zeker 50 varkens voorbij zien komen. Varkens die vervolgens achter de coulissen worden geslacht. En dat gaat er heftig aan toe kan ik je zeggen. Voor een blanke toerist is het te veel geworden. Hij is plat gegaan. Ik zie hoe de varkens een pin in de zijkant van hun kop gestoken krijgen en hoe hun buik wordt opengesneden. Daarna wordt er volgens mij gevild. Als er een stok voor de bilpartij bij komt kijken staak ik mijn bezichtiging. Ik weet niet waar dat goed voor was. Het is te afschuwelijk om naar te kijken. Om nog maar niet te spreken van de enorme vlammenwerpers die ingezet worden om de haren te verbanden. Ik zie het per ongeluk als ik naar de wc loop. Tegelijkertijd moet ik oppassen waar ik loop: overal ligt varkensbloed.

vier mannen dragen varken

Rond een uur of 12 is het lunchtijd. We worden vriendelijk uitgenodigd om mee te eten. Je snapt natuurlijk wel wat we aangeboden kregen en wat ons antwoord is geweest. Het afslaan kostte wat moeite, maar op zich respecteren ze vegetariërs wel. De meeste toeristen eten echter gewoon gezellig mee. Die waren vanmorgen waarschijnlijk niet vroeg genoeg om in de keuken te kijken. Soms zie je iemand die wat terugpakt uit zijn mond. Nou, geen haar op mijn hoofd hoor!

Naar het paradijs

Nu wordt de waterbuffel naar voren gehaald. Geblinddoekt, want hij is agressief. Hij wordt vastgebonden aan een paal. Drie mannen hebben de eer om hem van het leven te beroven. Op het moment dat de buffel wordt geslacht, verandert de toestand van de overledene van “ziek” naar dood. De buffel begeleidt hem naar het paradijs. De familie pakt de kist op en draait hem al dansend om, zodat hij zuidwaarts staat. De Toraja geloven dat het paradijs in Zuid-Sulawesi is. Het draaien van de kist kunnen wij niet zien, dit gebeurt binnen. We horen alleen het stampen van hun voeten. In de tussentijd kijken wij naar de buffel die bruut wordt vermoord. Normaal gesproken is het met een keelsnede gedaan. Maar deze vecht voor zijn leven. Er zijn wel tien messteken nodig en het zijn bloed spat in in rond. Het is een slachtveld.

Buffel is net geofferd

Nu is het wel genoeg geweest. We laten het feest voor wat het is. De Toraja hebben een prachtige cultuur, waarin de dood en het hiernamaals een centrale rol spelen. Het dierenleed wat hiermee gepaard gaat is voor ons westerlingen moeilijk te bevatten. Het raakt de grenzen van je cultureel relativisme. Maar toch: wat was het fantastisch om dit mee te mogen maken! Een unieke gelegenheid en een ervaring waar ik misschien nog wel eens nachtmerries van zal hebben.

Trekking door de sawa’s

Onze rugtassen hebben we gisteren gepakt. Nadat we een rondje over de buffelmarkt hadden gemaakt. In het begrafenisseizoen bloeit de buffelhandel op. Een normale kost € 3.000,-, maar voor een albino betaal je zomaar het 10-voudige. Waterbuffels worden als heilig gezien en leven dan ook een luizenleven. Ze worden goed verzorgd, hoeven niks te doen en worden met shampoo gewassen totdat ze glimmen. Hun uiteindelijke lot is jullie bekend: de taxi naar het paradijs.

buffel op buffelmarkt

We gaan een trekking maken en in een homestay slapen. We lopen door de sawa’s van Torajaland en onze gids Gibson legt ons uit hoe de rijstoogst in zijn werk gaat. Onze laatste tocht langs rijstvelden is enkele jaren geleden en liep niet zo goed af voor Eric. We waren in Bali toen hij voedselvergiftiging kreeg, waardoor we hooguit 10 meter door de rijstvelden hebben gelopen.

Toraja-land

Nu lopen we zeker een uur of vier over de rijstterrassen en genieten van de mooie vergezichten. We lopen door traditionele dorpjes, waar kleine kinderen en oma’s naar ons roepen. Ik word bonbon of Candy genoemd ;-). Weer zo’n puntje van reflectie. We hadden ballonnen meegenomen voor de kinderen, maar de gids zei dat we snoepjes mee moesten nemen. Ieder snoepje zit verpakt in een plasticje. En ieder kind gooit de verpakking voor je neus op de grond. Je maakt ze wel heel blij: ze lachen hun rotte tandjes bloot. Nee, dat doen we maar niet meer. Een ballon kunnen ze krijgen van deze Blandas (banken/Hollanders).

Gevaren onderweg

Kinderen lachen, honden blaffen of grommen. Ik merk hier in Indonesië dat Eric een echte hondenheld is. Ik mag voorop met mijn wandelstok. Dus dapper verdedig ik mijn man. Maar meestal doen ze niet zoveel. Hoewel, we hebben gezien hoe een hond laatst naar onze chauffeur beet. Wat ons betreft is geen enkele hond hier te vertrouwen. Bovendien zijn we (tegen het advies van de doktersassistente in) niet ingeënt tegen rabiës. Voorzichtigheid is dus geboden.

En dan zijn er nog de waterbuffels. Ook zij lopen rond in de rijstvelden. Ze nemen een modderbad of grazen op terrassen die reeds geoogst zijn. Maar soms versperren ze ook ons pad. En dat levert dan weer bijzondere moves van ons op, want van dichtbij zijn ze best groot!

Vijf traditionele rijstopslagplaatsen van de Toraja
sulawesi buffel in rijstveld

De homestay van Mama Yos

We lunchen onderweg bij een echt authentiek Indonesisch tentje, met een toilet in dezelfde stijl. De gids heeft voor ons een soort groentesoep gekozen. Met rijst. We doen een wedstrijdje wie er de meeste mieren in heeft zitten. Na de lunch begint het gerommel in Eric’s buik. Oude herinneringen herleven. Het zit misschien ook een beetje tussen de oren. We moeten nog anderhalf uur lopen voordat we bij mama Yos aankomen.

homestay mama Yos

De lieve vrouw heet ons welkom met thee en gefrituurde banaan. Ik ben de pisang: in Indonesië ben je verplicht banaan te eten. Neus dicht en kauwen dus. Ik wen er wel aan. Haar bakbanaan is eigenlijk best lekker. Eric probeert er een paar, maar het avondeten slaat hij over. Hoewel dat helemaal niet verkeerd is. Mama Yos doet ontzettend haar best voor ons. Maar ja, die Franse toiletten he. En zelf water scheppen uit een mandi. Hetzelfde water dat je kunt gebruiken om te douchen.

homestay mama Yos

Soms is het afzien….

Eric voelt zich belabberd en doet geen oog dicht. In bed ligt hij te rillen. Of nou ja, op het matras op de grond, onder zijn berendekentje. De volgende ochtend besluiten we de trekking te staken: de wc-rol is bijna op. Ondanks de goede zorgen van mama Yos, gaan we terug naar het hotel. Als je buikloop hebt is een homestay toch niet de fijnste plek om te zijn. Sam komt ons ophalen en volgens mij is Gibson stiekem ook best blij dat hij met de auto naar huis mag en de rest van de dag vrij is. Nu lekker douchen en naar bed!

In het hotel in Rantepao kruipt Eric na een frisse douche meteen onder de schone lakens. Bijkomen. Hij slaapt een gat in de dag. Ik lees wat en schrijf een verhaaltje. We halen de was op en doen een boodschap (een grote rol wc-papier en droge koekjes). Dat is het wel zo’n beetje. ’s Avonds eten we nasi goreng bij het naastgelegen restaurant. In geval van nood is een schoon toilet dichtbij!

Het kostenplaatje

Het leven is hier super goedkoop. Voor een nasi goreng betalen we tussen de € 2,10 en € 2,50. Een saté (10 stokjes), gado gado of foe yong hai is net zo duur. Maar dat slaan wij meestal over, want dat is toch te veel. Ik heb 1 keer saté geprobeerd, maar daar zat ook gummiekip tussen. Voor een frisdrank ben je doorgaans € 0,70 kwijt. Wijn is nergens te verkrijgen en een grote fles bier (620 ml) kost € 3,50. Een luxe product dus.

Voor een maaltijd zijn we meestal zo’n € 5,- pp kwijt. Dat betekent overigens wel dat je vier weken lang nasi goreng eet, met een biertje erbij. ’s Middags en ’s avonds. Of noodles goreng, ook lekker. Of gegrilde garnalen, maar die zijn meestal dubbel zo duur en vaak ook “finished, solly“. Bij het ontbijt vallen er meestal rijstgerechten te scoren. Maar wij hopen altijd op toast met omelet. En anders boter en suiker. Voor noodgevallen hebben we een pot pindakaas gekocht. Soms worden we getrakteerd op pannenkoekjes, al dan niet met banaan, dan is het echt feest!

Het meeste geld geven we uit aan eten en fooien. Fooien verwacht namelijk iedereen. Op je kamer laat je 70 cent achter. Degene die de koffers draagt krijgt 70 cent. 10 % op de rekening van het restaurant. En de chauffeur krijgt 5 tot 7 euro per dag. Maar dan nog, met moeite gooien we op een dag € 15,- pp over de balk.

Een kraakhelder Posomeer

Je moet niet al te veel luxe verwachten. Tijdens onze rit naar het noorden verblijven we een nacht aan het Posomeer, in Pendolo. Eric voelt zich gelukkig al weer beter. Na een uur of 8 rijden komen we aan op een prachtige locatie aan een kraakhelder meer. We kunnen vanuit ons huisje het water in lopen, maar veel soep is het verder niet. Het bed lijkt op een hangmat en de wc mogen we weer met een bakje doorspoelen. Jammer dat ’s ochtends blijkt dat al die moeite voor niks is geweest. De drollen komen weer bovendrijven.

Overnachting: Mulia Poso Lake hotel

een kraakhelder posomeer
hutje aan Posomeer

Tentena

Onze volgende accommodatie aan de noordelijke kant van het Posomeer maakt veel goed. We zitten in een waterbungalow in de buurt van Tentena. De zon schijnt, Eric vangt visjes en ik kan een beetje zwemmen en hangen. Heerlijk!! Een normale douche en wc, een klamboe en een Nederlandse eigenaresse. Vandaag zijn we alleen, vanavond komen er pas andere gasten. Het is genieten!

Overnachting: Tando Bone Bungalows

vissen in het Tempemeer

Duiken in Tanjung Karang

Na twee fijne dagen niksen reizen we door we naar het Prince John Dive Resort in Tanjung Karang. Bij aankomst zijn we verrast door de grote hoeveelheid politie en bewaking. Mitrailleurs. Onderweg kwamen we al een grote colonne met luide sirenes tegen. Sam weet ook niet wat er aan de hand is.

Al snel blijkt dat er een tweedaags politiefeestje op het resort gaande is. De grootste baas uit Jakarta is net weg. Zijn vrouw is er nog. En ook de grote bazen van Sulawesi lopen hier rond. Allemaal mensen die zich belangrijk voelen, met strepen en plaatjes op hun pakken. Ze hebben zo’n beetje het resort overgenomen. In de bosjes liggen sluipschutters. Maar eigenlijk is hun organisatie best een chaos. En soms gedragen ze zich als kinderen. Geroep en gegiebel op het strand. De politie maakt misbruik van haar macht. Er zou 10 man komen duiken, maar het zijn er wel 60. Ze crossen rond op jetski’s en hebben, tegen de afspraken in, de duikersboot van het resort overgenomen. De eigenaar heeft niks in te brengen, anders kunnen ze vast wat ongeregeldheden rapporteren, werd hem fijntjes medegedeeld.

Wij nemen afscheid van Sam en gaan meteen het water in. Je schijnt hier mooi te kunnen duiken en snorkelen. Bovendien is het bloedje heet! De onderwaterwereld is prachtig! Vis is alle kleuren en maten, schitterend koraal. Ik was bijna vergeten hoe mooi het kon zijn. Het is inmiddels bijna drie jaar geleden, maar morgen gaan we zeker duiken. Het is te mooi om aan voorbij te gaan.

Overnachting: Prince John Dive Resort

nemo

Relaxen en genieten

Ik heb slecht geslapen door de hitte. Of waren het stiekem de zenuwen voor het duiken? Gelukkig gaat alles goed en als we door het water zweven, genieten we met volle teugen. Bij de tweede duik komen we maar liefst 4 reuzenschildpadden tegen. Gaaf toch!

Onze reis begint zowaar op een vakantie te lijken! Morgen nog zo’n dagje snorkelen en op het strand liggen en in de middag een heerlijke massage. Waarom in hemelsnaam willen wij altijd van alles doen en zien als we op reis zijn??

sandwich op het strand

Noordwaarts!

Daar gaan we weer: om 4:30 uur de wekker. Tassen inpakken, sandwich mee, hop de auto in. Onze vlucht vertrekt om 7:10 uur. We vliegen naar Manado, in het noorden van Sulawesi, voor het tweede deel van onze reis. We zijn de enige blanken in het vliegtuig en dat levert weer starende blikken op. Voor veel Sulawesiërs blijven wij en rariteit. Of filmsterren, het is maar hoe je het bekijkt. De militair naast mij prijst zich gelukkig en maakt een selfie, waarop ik vooral goed in beeld kom. We besluiten hem te helpen. Met z’n drieën op de foto, thumbs up! De foto wordt nog voor het opstijgen naar z’n vrienden gestuurd.

Onze chauffeur in Manado

Als we in Manado aankomen zoeken we een mannetje met een bordje waarop “party van Dongen” staat geschreven. Maar er is helemaal geen feestje voor Van Dongen. Niemand om ons op te halen? Er vanuit gaande dat iedereen elkaar hier kent, vraagt Eric iemand om hulp. Er wordt wat gebeld en na een minuut of 20 komt er een verhitte chauffeur op ons afgerend. Miscommunicatie. Hij krijgt er helemaal de zenuwen van.

We komen er al snel achter dat onze nieuwe chauffeur sowieso een zenuwachtig type is. Eigenlijk wil hij gids zijn. Hij doet zijn best om alles te benoemen waar we langsrijden: rijstveld, palmboom, kerk, moskee. Het zou fijn zijn geweest als hij wat meer zijn mond zou houden en eerst had leren autorijden. Zo snel als Sam reed, zo langzaam is Revon. Zo langzaam, dat hij ’s middags zelfs bijna in slaap valt! “HEE! Are you sleepy?” Hij schrikt van Eric’s harde stem. Ik ook trouwens. “No, no, I have everything under control”, verzekert hij ons. En later laat hij zien dat hij wat water in zijn gezicht gooit. Op tijd naar bed vanavond, vriend! Wij willen niet in een ravijn belanden.

Jezusbeeld in Manado

De markt van Tomohon

We slapen op een prachtige locatie: het Gardenia hotel. De naam zegt het al; de tuin is prachtig: een bloemenzee. Met uitzicht op de vulkaan. De grootste belevenis in deze buurt is de lokale markt van Tomohon. We waren er al op voorbereid, maar als je het in werkelijkheid ziet, is het toch even slikken. Je wordt er een beetje misselijk van.

Dat Indonesiërs hond eten, wisten we al. Maar dat ze ook levend worden verbrand, hadden we nog niet meegekregen. Macaber zijn de twee zwarte honden die naast elkaar, op hun buik, in de markthal liggen. Naast hen ligt ook nog een halve hond. Zijn rug is al verkocht. Soms worden honden over de helft doorgezaagd, dan kan je kiezen voor de kop of de kont. Vleermuizen, of -vleugels, ratten op stokjes, of pythons, behoren ook tot de mogelijkheid. Of heb je liever een hele varkenskop? Ze kijken ons een beetje flauwtjes lachend aan. Overal ligt bloed, ranzige brokken vlees en hoopjes ingewanden. Brrr.

Overnachting: Gardenia Hotel

Gardena hotel
ratten op stokjes
Sulawesi tomohon dierenmarkt

Tangkoko

Ons volgende avontuur is het Tangkoko National Park. Tijdens de avondwandeling zien we de familie spookdier. Het zijn kleine, wollige, schattige beestjes, met enorme ogen. We zijn niet de enige fotografen. De kleine beestjes zien wel 50 enorme lenzen op zich gericht. Kun je voorstellen: elke avond camera’s voor je woonboom? En dat terwijl de diertjes stressgevoelig zijn.

Na een warme, plakkerige nacht staan we om 4.30 uur op. Dat kost geen enkele moeite, want we waren toch nog niet in slaap gevallen. We concluderen dat we het nu wel gehad hebben met budgetaccomodaties en authentieke homestays. Eric had die conclusie al een paar jaar eerder getrokken, maar ik moet hem inmiddels gelijk geven.

Als het warm is wil ik airco. Ik heb er een hekel aan om ’s nachts te baden in het zweet. Ik wil een goede klamboe, die groot genoeg is en niet tegen mijn armen of benen valt. En ik wil dat het matrashoes om het matras blijft zitten, want ik vind een kaal matras vies. Fijn is het als het beddengoed gewassen is. Ik baal er van als ik het ’s ochtends in mijn rug heb. Verder wil ik een eigen wc die ik door kan trekken. Niks geen hurktoilet met een mandi. Noem me maar een zeikerd, maar het is genoeg geweest: wij willen comfort!

Overnachting: Tangkoko Dove Villas

selfie van alle toeristen
spookdiertje
Neushoornvogel
twee luiaards in boom

Dat gezegd hebbende, gaan we lekker vroeg op pad om een jungletocht te maken. Dit is leuk!! We zien makaken, luiaards, en de neushoornvogel. De natuur blijft prachtig en dieren spotten is nog steeds onze favoriete bezigheid. Alles wat er te vinden is, hebben we gezien. We zoeven door het bos, onze gidsen op de voet volgend. Eerlijk is eerlijk, dit is die klote nacht meer dan waard. En wat zijn die neushoornvogels prachtig!!

De haven van Manodo

Na onze ochtendwandeling rijden we naar de haven van Manado. We moeten een tijdje wachten op de boot van het resort, maar er is hier genoeg te zien. Het is een drukte van belang met bootjes, mensen, bagage, dozen en starende kinderen. Mensen die nieuwsgierig “hello” roepen om onze aandacht te krijgen. Ik zit heerlijk op het betonnen bankje en kijk om me heel. De zon schijnt en de wind waait een beetje. Het is warm, niet teveel bewegen!

de haven van Manado

Paradijslijk Bunaken

We nemen afscheid van onze nerveuze chauffeur. Gelukkig, want we kregen een beetje het heen en weer van hem. Met een speedboot worden we naar het resort The Village Bunaken gebracht. Hier blijven nog vier nachten om te duiken en te snorkelen. En wat blijkt? Ook in Indonesië bestaat het paradijs! We zitten op een prachtige plek. Een klein resort met 8 bungalows, met een lekker zwembadje erbij. Er komen hier vooral Nederlanders. ’s Avonds eten we aan een lange tafel, waardoor je vanzelf met iedereen in gesprek komt. Het is gezellig en gemoedelijk.

Overnachting: The Village Bunaken

het strand van ons resort

We zijn de afgelopen weken sowieso veel Nederlanders tegen gekomen. Nederlanders, Duitsers en Fransen. En veel gezinnen. We vinden het altijd leuk om de reisverhalen van anderen te horen. We hadden vooraf gedacht dat Sulawesi moeilijk bereisbaar is, maar dat valt ontzettend mee. Dit hadden we ook makkelijk zonder reisorganisatie kunnen regelen, maar goed. Dat weten we dan ook weer.

The Village Bunaken Resort

De onderwaterwereld is fantastisch mooi. Geweldig koraal, heel veel schildpadden en vis, vis, vis en nog eens vis. We genieten van onze slome dagen hier. ’s Ochtends twee duiken en ’s middags een beetje lanterfanten. O ja, en wat dacht je van een massage van 2 uur? Heaven exists!!

onderwater slak bij Bunaken

Het spannends op Bunaken is de “Klabang” in onze badkamer. We waren ervoor gewaarschuwd. Het is een enorme duizendpoot die gevaarlijk kan bijten. Hij is nog snel ook, met zijn duizend poten. Het personeel gaat ze te lijf met hakmessen of insectenspuitbussen. De barman gebruikt de spuitbustechniek in onze badkamer en daarna stampt hij er nog eens flink op. En hop, de klabang wordt naar buiten geslingerd. Toedeledokie! Eric en Claudia kunnen weer veilig gaan slapen. Gelukkig gebeurt er hier verder helemaal niks. Echt een paar dagen om tot rust te komen dus.

duiken Bunaken

Singapore

Na de rust in Bunaken, is het in Singapore weer aanpoten. We sluiten onze vakantie af met een driedaagse stopover. Als we ’s avonds in de stad aankomen blijkt het de nationale feestdag te zijn. Straaljagers en helikopters vliegen over en we zijn nog mooi op tijd voor het vuurwerk.

Singapore flyer

Op stadssafari

Een wekker hebben we niet meer nodig. Na 8 uur slaap worden we vanzelf wakker. Het is Eric’s idee om de dag te beginnen met een plons in het zwembad. Dus in een belachelijke badjas en op hotelslippers gaan we op pad. Daarna besteden wij stadsmensen onze eerste dag voor een groot deel in de Singapore Zoo. Tijdens onze safari zien we dieren die we nog nooit eerder hebben gezien en van beestjes worden wij altijd blij.

Garden by the sea

Tegen het eind van de middag gaan we naar de Garden by the Bay. Een prachtig park met aviator-achtige bomen en een rainforest dome. De bloementuin heeft wat mij betreft een te hoog Keukenhofgehalte, maar Chinezen vinden dat blijkbaar geweldig. We stoppen met stoppen voor fotograferende mensen en we missen de Sulawesiërs die ons vragen om gezamenlijke selfies. Dat compenseren we door zelf zwaaiend aan te sluiten bij groepsfoto’s van anderen.

Rainforest dome

Zonsondergang vanuit een rooftopbar

Met zonsondergang zorgen we dat we in de beroemde rooftopbar van het Marina Bay Sands hotel zitten. Het hotel heeft drie torens en bovenop ligt een soort schip. Het is het meest iconische gebouw van de stad, vanwaar je een prachtig zicht over de skyline van Singapore hebt. Maar het is er natuurlijk druk en de bartafels langs de rand zijn bezet. Gelukkig hebben wij Eric bij ons! Hij ziet zijn kans als er een man op durft te staan. Natuurlijk wint Eric het spannende gevecht om de tafel met twee barkrukken en kan ik vanachter mijn cocktail verder genieten van de avond die over de stad valt.

Marina Bay Sands

Na een paar uur gaan we naar beneden om in de haven de dagelijkse Singaporese Aquamundo show te bewonderen. Als we vervolgens onze laatste kilometer huiswaarts wandelen doen onze voeten zeer. Zeventien kilometer in de benen en een dikke blaar op mijn teen rijker. Steden zijn altijd net een beetje too much.

rooftop of Marina Bay Sands

Een intense stad

Als het aan Eric ligt gaan we vandaag naar het birdpark, maar mijn blaar protesteert. We nemen de hop on hop off bus naar het reuzenrad. Met onze gratis Singaporepass kunnen we alle hoogtepunten bezoeken. Daarna nog met de kabelbaan naar Sentosa island, waar allerlei vertier is. Ik vind de stad een combinatie van Disneyworld en de Keukenhof. Eric is het niet met mij eens. Hij vindt Singapore een super toffe stad.

Singapore by night

Home sweet home

Het was een mooie reis. Afwisselend. Met als absolute hoogtepunten het duiken in Bunaken en de begrafenis in Toraja. We hebben enkele lange reisdagen en slechte nachten gehad. Dat hoort er natuurlijk bij als je wat van de wereld wil zien. We hebben het heerlijk gehad samen. Gelukkig maar. Ik denk dat we nog vaker met elkaar op vakantie zullen gaan ;-). Maar nu weer lekker naar ons eigen bedje. Home sweet home.

Meer interesse na dit reisverhaal over Sulawesi en Singapore?

4 reacties op “Natuur en cultuur op Sulawesi en een stopover in Singapore”

  1. Heerlijk om te lezen! Behalve over het bloed en dierenleed…ik zou het echt niet kunnen aanzien of horen. Terwijl verder zo’n begravenis wel interessant is. Die poppen heb ik ook in de rotsen gezien, zo bijzonder! Ik was 36 jaar geleden met mijn vriendin en ouders mee naar Indonesië. Ik zeg ook nog altijd: Celebes! We maakten een rondreis en waren een week in Koha, bij Manado op familiebezoek. Toentertijd was er geen electriciteit, waterleiding of gas, zelfs in Jakarta niet! Iedereen wilde mijn huid aanraken, de meesten hadden nog nooit een blanke gezien. In Tomohon waren we ook op familiebezoek en ik herinner me zeker dat er hond werd gegeten…
    De Bunaken schijnt 1 van de mooiste duiklocaties ter wereld te zijn! Zelf durf ik niet te duiken jammer genoeg. Jullie hebben prachtige reizen gemaakt , ik ben benieuwd naar de volgende verhalen. Je schrijft heel leuk!

    1. Oohh, 36 jaar geleden. Dat moet ontzettend authentiek zijn geweest! Geen selfies met blanken, maar knijpen in armen. En voelen aan je haar. Ik zou wel willen dat ik 50 jaar eerder over de wereld had kunnen reizen. Toen waren ontmoetingen met andere mensen en culturen nog veel intenser. Ik vind het ook heel leuk om te horen dat je met plezier mijn reisverhaal hebt gelezen. Het is de eerste keer dat ik dit hoor van iemand die ik niet persoonlijk ken. Een dikke glimlach hier. THX!

  2. Als reiziger wil je juist zo graag een cultuur zien die nog heel primitief leeft. Zo dubbel eigenlijk, want je wilt ook dat de mensen vooruit gaan en niet meer zo armoedig bestaan hebben. Dat ze in een stenen huis wonen ipv een grashut of een hokje van golfplaten gemaakt… Vorig jaar was ik na zoveel jaar terug op Bali, wat een verschil met toen vond ik het. Maar ja, dat is ook wel logisch. In Nederland is het de afgelopen 36 jaar ook enorm veranderd.
    Tegenwoordig reist bijna iedereen, maar deze reis die jullie hebben gemaakt is toch wel bijzonder lijkt me. Over Celebes lees ik niet vaak iets. Ik was er toevallig omdat ik met Indische mensen op reis was en die hadden daar familie wonen!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.