(REISVERHAAL) ‘We zitten vast. Heel erg vast,’ door de walkietalkie waarschuw ik Yvon en Kees die achter ons rijden. ‘Sorry?’ antwoordt Yvon. Over een half uur gaat de zon onder, de timing kan niet beroerder. Van onze autoverhuurder mogen we niet meer rijden als het licht op aarde uit is. We hebben het Khaudum National Park zonder kleerscheuren overleefd, maar dat wil niet zeggen dat ons niets meer kan gebeuren. We verkennen de Zambezi regio, het meest noordoostelijke deel van Namibië, grenzend aan Botswana en Angola. Voorheen werd dit de Caprivistrook genoemd. We moeten oppassen voor muggen, want er heerst nog malaria. In verschillende parken is het mogelijk om tussen de wilde dieren te kamperen en dat is bij weinig toeristen bekend. Het is dan echter wel verstandig om op tijd naar je kampeerplek te gaan.
Deze roadtrip door Namibië is gestart in Windhoek en maakt onderdeel uit van een vierweekse reis. Lees ook: Op reis door Namibië: Windhoek, Waterberg en Khaudum
Venijnige zandzee
Het venijn zit hem in de staart zeggen ze wel eens. Dat geldt zeker voor ons bezoek aan het Khaudum National Park. De zandweg van de camping naar de hoofdweg gaat door 55 kilometer diep zand. We schudden van links naar rechts en van onder naar boven door de ruige zandzee. Op sommige plekken is het zand zo diep dat er niet eens bandensporen te zien zijn. Volledig geklutst komen we aan bij de hoofdweg waar we de banden op moeten pompen.
Een jong Frans stel stopt naast ons: ‘Is this the way to Khaudum? How is the road?’ We antwoorden dat het diepe zand uitdagend is, maar niet onmogelijk. ‘Are you alone? ‘ vragen wij op onze beurt. Ja, is het antwoord. Ze vertellen dat ze geen enkele ervaring met offroad rijden hebben en geen satelliet telefoon bij zich hebben. Hoe onverantwoord kun je reizen? Met verbazing wensen wij deze stommelingen veel plezier en succes. Niet onze verantwoordelijkheid. We nemen aan dat ze zich hebben ingelezen. Ik ben benieuwd of ze überhaupt de entree van het park zullen bereiken. Misschien beter van niet.
Mudumu National Park
Niet dat wij altijd de handigste keuzes maken. Het vertrek uit Khaudum is voorspoedig verlopen. We beslissen om door te rijden naar het Mudumu National park. Als het meezit zijn we er tegen zes uur, net op tijd voordat de zon onder gaat. We moeten opschieten. Bij de poort van het park zit om half zes niemand meer, waardoor we illegaal de bush inrijden. Betalen doen we morgen. In de navigatie hebben we ‘Campsite 3’ ingegeven, volgens ons grote Namibië-boek is dat de beste plek. We gaan off grid. Ik app op het nippertje met Femke: ‘We zijn aan het racen tegen de zonsondergang, hopelijk halen we het voor het donker.’ Pas de volgende dag zie ik dat ze antwoordde met ‘Komt vast goed. En anders is het even spannend en avontuurlijk.’ Spannend en avontuurlijk was het zeker!
Het zand is los en diep. Eric ziet een afslag net iets te laat en moet omkeren, waarna hij met een te laag tempo terug het zandpad opdraait. Boem. We staan vast en kunnen geen kant meer op. Ik waarschuw Kees en Yvon via de walkietalkie. ‘Niet hierheen rijden hoor, anders staan jullie ook vast.’
Ik krijg acuut de zenuwen en moet plassen. De zon hangt nog een paar meter boven de horizon. Yvon is uitgestapt en naar ons toegelopen. Ze moet ook plassen. Dit ziet er bijzonder stressvol uit.
Namibie roadtrip: vastzitten
Ik stap uit de auto en loop een stuk door om te bekijken hoe de rest van het licht glooiende pad eruit ziet: zanderig. Bij de T-splitsing zie ik dat Campsite 3 bezet is en aan de andere kant schuifelt een olifant op zo’n 200 meter. O, God! We beginnen met scheppen. Eric laat de banden leeglopen en probeert weg te rijden, maar graaft zich alleen maar verder in. De bodemplaat ligt nu volledig op het zand. We herhalen het graven en gebruiken de bijgeleverde rubberen matten. Het werkt voor geen meter. We zijn 10 centimeter en een uur verder. Het lukt niet om de auto in lowdrive te zetten en de zon is ondergegaan. Druppels zweet langs onze hoofden: zand wegscheppen is zwaar.
Droge kelen en een beetje buikpijn. We halen onze hoofdlampjes en de zaklampen tevoorschijn. ‘Laten we proberen om te trekken. Als dat niet lukt moeten we de tenten hier uitklappen en morgen verder gaan,’ stelt Kees voor. Hij rijdt door de bosjes om onze auto vanaf de voorkant te benaderen met het risico zichzelf vast te rijden. Terwijl de heren alle sleepbanden aan elkaar koppelen, verlichten Yvon en ik de omgeving zo goed als we kunnen. In de donkere nacht lopen leeuwen, luipaarden, hyena’s en olifanten. Geen van alle willen we op dit moment ontmoeten. De olifant op rechts lijkt zich rustig te houden.
Campsite 2
Af en toe horen we een geluid. ‘Stil!’ is het dan. ‘Ik hoor iets.’ Engelen of God – als jullie bestaan – we hebben NU jullie hulp nodig! Voor de zekerheid doe ik een beroep op alles wat mogelijk zou kunnen helpen. We stappen in. Kees rijdt rustig achteruit en de banden trekken zich strak. We voelen hoe de auto een zachte ruk krijgt en direct grip heeft, ogenschijnlijk makkelijk rijden we uit de zandbak. Halleluja! We zijn los.
Bij de T-splitsing stappen we uit om de rubberen matten op te halen die zijn verdwenen onder het zand. Morgenvroeg gaan we terug om de laatste op te halen die we zo snel niet kunnen vinden. We moeten nog een paar kilometer langs de rivier en door een donker bos rijden om uiteindelijk om half 8 opgelucht op Campsite 2 te arriveren. Een knorrend nijlpaard test onze alertheidsmodus. Mijn ademhalingssysteem komt wederom tot stilstand. Het is wel even genoeg geweest.
Met zaklampen verkennen we de kampeerplaats aan het water en de tenten zetten we zo dicht mogelijk bij elkaar. Yvon kan mijn zweetvoeten vannacht ruiken. Snurkgeluiden nemen we voor lief. Eric maakt een vuur, zodat al het gespuis in de bosjes blijft en wij kunnen ontspannen. Honger!
Namibië aan de rivier
De zon laat ons de prachtige plek zien, waar we gisteren zijn beland. In de rivier voor ons ligt een tiental nijlpaarden te knorren en te lachen. De wereld ziet er deze ochtend een stuk vriendelijker uit dan gisterenavond. Het donkere bos blijken lage struiken, zoals je in Afrika overal ziet. De ochtend is langzaam, met koffie van vers gemalen bonen en een spiegelei met een knapperig randje van het houtvuur. We laten ons niet gek maken. Kees en Yvon zijn vandaag 31 jaar getrouwd, we hangen slingers op leggen een vrolijk plastic tafelkleedje op de ontbijttafel. Eric en ik verzorgen de catering en de afwas. Aan tafel wordt de avond nogmaals nauwgezet doorgenomen. Straks eerst uitzoeken hoe het zit met die lowdrive.
We gaan verder naar Nkasa Rupara National Park om te concluderen dat de omgeving mooi, maar droog is en dieren waarschijnlijk alleen aan het water te vinden zijn. Bij Jackalberry Camp worden we vriendelijk ontvangen: ‘Are you our guests?’
‘No, but we’d like to have lunch, if possible.’ Onaangekondigde gasten zijn overduidelijk hoogst ongebruikelijk in deze uithoek van Namibië. De jongeman gaat het vragen aan zijn manager. Het restaurant is een boomhut met drie verdiepingen, heeft uitzicht op de rivier en een plungepool in de voortuin. We zijn welkom. Dat wij van top tot teen onder het zand zitten, zwarte handen hebben en je soep kunt trekken van onze kleding, is gelukkig geen uitsluitingsgrond. De kok kan een pasta met tonijn of tomaat voor ons klaarmaken. We nemen er koele witte wijn bij om het contrast met gisterenavond zo groot mogelijk te maken. Kees en Yvon trakteren, het is immers feest vandaag.
Terug naar campsite 2
We hadden verwacht dat we in deze omgeving een leuke kampeerplaats zouden kunnen vinden, maar niets haalt het bij Campsite 2 in het Mudumu NP. De keuze is snel gemaakt. We rijden langs de receptie aan de doorgaande weg en reserveren ‘onze’ kampeerplaats voor een tweede nacht. We hoeven alleen de entree voor het park te betalen, kamperen is gratis! Ongekend, in Botswana betaal je maar liefst 50 euro per persoon per nacht voor zo’n plek. Een drankje aan de rivier bij zonsondergang en daarna lekker barbecueën, hoe vredig kan het hier zijn. In de nacht horen we grommende leeuwen en hyena’s in de verte. Tegen de ochtend komt een olifant tetterend voorbij gerend. Wij liggen veilig in ons bedje te luisteren naar de Afrikaanse nacht.
Camping: Campsite 2 – Mudumu National park (2 nachten)
NB. Kamperen is gratis in Mudumu National Park en reserveren is alleen mogelijk bij de entree van het park. Er zijn in totaal 4 kampeerplaatsen. Nr. 2 en 4 zijn de mooiste.
Bwabwata National Park
Bij de receptie staat een groep van vijf kampeerauto’s. Onze komst veroorzaakt stress. We horen de Zuid-Afrikanen tegen elkaar zeggen: ‘Shall we go? Hurry, hurry, there are more people who come to camp.’ We worden niet gegroet. Eén auto blijft achter, de betaling met de creditcard lukt niet vanwege een low battery van het pinapparaat bij de parkreceptie. Dat wij niet van plan zijn in het Bwabwata National Park te kamperen, maakt het tafereel lachwekkend. Ook in dit park is kamperen gratis, maar de plekken zijn beperkt. Toen we eergisteren in het donker bij kampeerplek C3 kwamen, waren het deze mensen die ons duidelijk maakten dat er echt geen plek meer voor ons was. Ook in Afrika wordt handdoekje gelegd, hoewel dat meteen in het groot gebeurd: met complete kampeertrucks.
Divundu
We maken een rit door het park. De landschappen zijn prachtig, we zien wat wild, maar het is niet spectaculair. We keren om en gaan verder naar Divundu, waar we overnachten op de camping van de mooie Shametu river lodge. Daar zijn we tijdens onze wereldreis ook geweest. Lekker luxe! We nemen een plons in het ijskoude zwembad om onze nagels alvast voor te weken, want we lijken inmiddels wel mijnwerkers door het zwarte zand in de parken.
De verfrissing is ijzig en hemels! Op de veranda drinken we een gin-tonic bij ondergaande zon – met uitzicht op de Popa falls – en raken aan de praat met een Nederlands stel. Hoe toevallig om te horen dat ze deze mooie lodge hadden gevonden via Ctheworld.nl! We hebben blijkbaar ook al eens contact via de mail met elkaar gehad over het wel of niet slikken van malariapillen. Super tof als ik met mijn kennis en tips andere mensen kan helpen bij het voorbereiden van hun reizen. Word ik blij van 🙂
Camping: Shametu river lodge (1nacht)
Zuidwaarts mars!
Over drie dagen start onze vijfdaagse tocht door de Namibische woestijn, waarvoor we moeten terugrijden naar Tsauchab. Het is een roadtrip van 1300 kilometer die we in drie dagen afleggen. De eerste nacht verblijven we weer bij Roy’s Rest Camp – we worden stamgasten – en daarna vervolgen we onze reis naar het prachtige Spitzkoppe.
Camping: Roy’s Rest Camp (1 nacht)
Spitzkoppe
Rond 15 uur komen we aan bij de entree van het nationale park, hierdoor zijn we nog op tijd om een van de mooiste plekken te kiezen met goed zicht op de zonsondergang. Hoewel het rondom de oranjebruine rotsen van de Spitzkoppe overal mooi kamperen is. Dit gebied is een stukje paradijs op aarde. Geen wolkje aan de lucht, de zon schijnt heerlijk.
We borrelen met tientallen Afrikaanse merels om ons heen, ze zijn gek op de Ouma’s (hard beschuit/rusks) die wij vanmorgen bij de versafdeling van de supermarkt hebben gekocht. Wij kregen ze met geen mogelijkheid doorgebeten. Eric hakt ze voor de vogels met een houtbijl klein en heeft er een bakje water bij gezet. Dikke pret. De campingeekhoorn sleept hele brokken weg en komt op zijn achterpoten om meer vragen. Zorgvuldig graaft hij gaten en verstopt zijn voorraden, totdat hij meer dan voldaan is en op zijn rug ligt uit te buiken in zijn hol. De merels zijn zo brutaal dat ze uit de hand durven te eten en aan tafel komen zitten. Survival of the bravest. Als tegenprestatie zingen ze voor ons vanaf de autodeuren.
Stoofpot
Wanneer de schemer zijn intrede doet, maken we vuur. De wind zwelt aan, het wordt akelig koud. Vanavond staat een stoofpot op het menu, waar we beter eerder mee waren begonnen. Drie uur stoven! Yvon en Eric houden allebei van koken. Kees en ik plukken de vruchten, hoewel ik er vanavond eerlijk gezegd ongeduldig van word. Ik bevries.
Terwijl het potje pruttelt kijken we naar de ondergaande zon en concludeer ik dat ik te weinig lagen kleding bij me heb, mijn rug is koud. Yvon en ik zitten onder een dekentje bij het vuur te kleumen. Het wachten wordt beloond met een hemelse stofpot, dat wel. De pompoenen, rundvlees, rode wijn en kruimels Ouma’s doen ons de vingers aflikken, ondanks dat die smerig als bagger zijn. En dan met volle maag naar een warm bedje!
Camping: Spitskoppe campsites (1 nacht)
Bergpassen en uitzichten
De ronde rotsen rondom Spitskoppe maken het gebied fotogeniek. Voordat we vertrekken gaan we naar de ‘bridge’ voor een fotosessie, we klauteren over de rotsen en zoeken de mooiste gezichtspunten. Daarna rijden we over de C28 door een bergpas, waar op het hoogste punt een openlucht toiletje met uitzicht over het dal voor ons klaar staat. Plassen met uitzicht: een travellers delight.
Op camping Harmonie maken we een pitstop voor de nacht, waarna we de Gramsberg pas rijden. Het wordt de ‘garden route’ van Namibië genoemd, één van de mooiste passen van Namibië. Onze roadtrip staat deze dagen in het teken van kilometers vreten, terwijl ogenschijnlijk oneindige landschappen en een wolkeloze hemel aan ons voorbij trekken. Het zien van de horizon zonder gebouwde onderbrekingen is another travellers delight!
Camping: Harmonie C-28 Selfcatering & camping (1 nacht)
Namibië roadtrip
Een roadtrip door Namibië is voor ons kamperen onder de sterrenhemel, een bloedmaan die de nacht verlicht, de rode ochtendzon die het droge gras goud kleurt, een koffie aan de rivier waarin nijlpaarden liggen die ons ongegeneerd uitlachen. Het is de droge Afrikaanse lucht die onze lippen doet scheuren en handen verschraalt. Het stof dat ons doet niezen en het zwarte zand dat onder onze nagels kruipt en kleding vervuilt. Het is het leven dicht bij de natuur, waarvan je jeuk op je hoofd krijgt, omdat je je haren een week niet hebt kunnen wassen.
Het zijn de ontzagwekkende dieren die je angst aanjagen en tegelijk aan je nieuwsgierigheid trekken. Het is bang zijn in het donker, een vuur maken, koukleumen, plassen in de bosjes en ’s nachts wakker worden van grommende leeuwen in de verte. Het zijn oneindige landschappen en kilometers vreten. Namibië is rauw, ongemakkelijk en het gevoel dat je echt leeft. Liefde voor Namibië is onvermijdelijk. We kijken ontzettend uit naar de uitdagende zesdaagse tour ‘Faces of the Namib’ door de Namib-Naukluft woestijn!
Op zoek naar tips voor jouw roadtrip in Namibië?
- 17 campings in Namibië: speciaal voor jou getest
- Do It Yourself: 10 tips voor zelfstandig reizen in Namibië
Weer een prachtig verhaal met schitterende foto’s en filmpjes. Ik vind het knap dat jullie dat durven!